donderdag 26 september 2019

Chineesch is moeilijk, de Statenvertaling niet



De ouderdom van den Statenbijbel is een groot voordeel. Het beteekent dat hij beproefd en betrouwbaar is. Maar de modernen prijzen de Statenvertaling niet om haren eerbiedwaardigen ouderdom. Neen, zij draaien het om. Zij vallen haar juist aan op haren ouderdom. Zoo volgen zij alle valsche profeten,
Romeinen 1:25a ... die de waarheid Gods veranderd hebben in de leugen ...
De modernen verkondigen dat de Statenvertaling te oud is. De Statenbijbel zoude zoo oud zijn dat hij onbegrijpelijk is geworden. En dat is het groote smoesje waarmede de Statenvertaling tegenwoordig door vele menschen ter zijde geschoven wordt. Maar is de Statenvertaling echt te moeilijk? Wanneer is eene taal te moeilijk? De Bijbel geeft zooals altijd het antwoord. God geeft eene heldere beschrijving van eene onbegrijpelijke taal. Laten wij de begrijpelijkheid der Statenvertaling maar eens daaraan toetsen:
Jesaja 33:19 Gij zult niet [meer] dat stuursche volk zien, het volk dat zoo diep van spraak is dat men het niet hooren kan, van belachelijke tong, hetwelk men niet verstaan kan.
Is de Statenvertaling zoo diep van spraak dat men haar niet hooren kan? Is de Statenbijbel van belachelijke tong, zoodat men hem niet verstaan kan? Natuurlijk niet. De Statenvertaling is niet in het Chineesch geschreven. Elke Nederlander kan de taal van den Statenbijbel verstaan. God heeft ieder mensch begiftigd met verstand. Alleen de moedwillige dwaas begrijpt niets. De Bijbel zegt:
Spreuken 10:8 Die wijs van hart is, neemt de geboden aan; maar die dwaas is van lippen, zal omgeworpen worden.
De Bijbel is geen boek voor dwazen. Die wijs van hart is, die wil de Bijbel leeren kennen. Want laten wij nou eens redelijk zijn, wie weet nou niet wat een woordje als ,,gij” beteekent? Wie begrijpt nou niet een zinnetje als ,,gij zult eenen schat hebben in den hemel”? De veronderstelde moeilijkheid der Statenvertaling wordt zoo overdreven dat er sprake is van misleiding. Ja, de Statenvertaling is oud, zij heeft een’ eerbiedwaardigen leeftijd, maar zij is niet te oud: zij is goed te begrijpen.
Den menschen wordt zand in de oogen gestrooid door hunne aandacht volledig af te leiden naar den moeilijkheidsgraad van het taalgebruik in Bijbels. Zij vergeten heelemaal te kijken of eene vertaling eigenlijk wel deugt. De moderne vertalingen verwijderen tientallen verzen uit den Bijbel, maar dáár denkt men niet aan. De nieuwe Bijbelvertalingen verdraaien verzen als Genesis 17:7, maar dáár hoort ge niemand over. Is de vraag of eene vertaling eigenlijk wel deugt niet duizend maal belangrijker dan gemurmereer over zoogenaamd ,,moeilijk’’ taalgebruik?
Het Woord van God is ons geestelijke voedsel. Jezus zeide:
Mattheüs 4:4b De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat.
Maar den luiaard kost alles teveel moeite. De luiaard is te moede om zijne hand naar zijnen mond te brengen, om zijnen geestelijken honger te stillen met het Brood des Levens, het Woord van God.
Spreuken 26:15 De luiaard verbergt zijne hand in den boezem, hij is te moede om die weder tot zijnen mond te brengen.
Moeten wij daadwerkelijk nieuwe Bijbelvertalingen maken alleen om den luiaard van dienst te zijn? Is zulk eene onderneming ter eere van God? Neen, zulk eene poging zoude veeleer eene godslastering zijn. De luiaard laat zijnen Bijbel toch maar ongelezen op zijn nachtkastje staan. Luie menschen hebben iets heel anders noodig: het is hun van noode uit hun’ doodsslaap te ontwaken.
Spreuken 6:9 Hoe lang zult gij, luiaard, nederliggen? Wanneer zult gij van uwen slaap opstaan?
Efeze 5:14 Daarom zegt Hij: Ontwaakt gij die slaapt en staat op uit de dooden, en Christus zal over u lichten.
En zij kunnen alleen ontwaken door het waarachtige, onveranderde en zuivere Woord van God, dat in het Nederlandsch enkel te vinden is in de Statenvertaling.
Johannes 5:25 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u, De ure komt en is nu, wanneer de dooden zullen hooren de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven.
Indien gij nog nooit den Statenbijbel gelezen hebt, dan moet ge u den tijd gunnen om hem te leeren kennen. Hardop lezen helpt om de oudste teksten weêr goed verstaanbaar te maken. Want het is geschreven:
Romeinen 10:17 Zoo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.
En mocht gij een keer een woordje tegenkomen dat gij niet kent, is het dan de moeite niet meer dan waard om zijne beteekenis uit te pluizen met behulp van eene Bijbelsche woordenlijst of concordantie? Of om even een woordenboek erbij te pakken en het op te zoeken? Zou iemand die het Woord van God liefheeft dat er niet graag voor over hebben ten einde den meest en bovendien eenigen betrouwbaren Bijbel in het Nederlandsch te mogen lezen?
2 Timotheüs 2:15 Benaarstig u om u zelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt.
Let wel: zonder de hulp des Heeren is den Bijbel bij voorbaat niet te begrijpen. Dat ligt niet aan de moeilijkheid der taal, maar aan den aard van den Bijbel: hij is geen woord van een’ mensch, maar hij is het Woord van den Almachtige. Daarom, indien gij het Woord van God waarlijk verstaan wilt, bid dan God om het verstand dat daartoe noodig is. Want het is geschreven:
Jakobus 1:5 En indien iemand van u wijsheid ontbreekt, dat hij [ze] van God begeere, die een’ iegelijk mildelijk geeft, en niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden.
Jakobus 1:6 Maar dat hij [ze] begeere in geloof, niet twijfelende; want die twijfelt, is eene baar der zee gelijk, die van den wind gedreven en op en neder geworpen wordt.
Jakobus 1:7 Want die mensch meene niet, dat hij iets ontvangen zal van den Heere:
Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.



zondag 22 september 2019

Waarom men papegaait dat de Statenvertaling te oud zoude zijn


Vaak schrijven menschen de Statenvertaling af op grond van haren ouderdom. Maar wat zegt de Bijbel nou?
Spreuken 16:31 De grijsheid is eene sierlijke kroon, zij wordt op den weg der gerechtigheid gevonden.
De grijsheid wordt op den weg der gerechtigheid gevonden! Het heeft eene reden dat de Statenvertaling na vier eeuwen nog steeds in gebruik is. De Statenvertaling is de beste Nederlandsche Bijbelvertaling die ooit verschenen is. Ik heb verscheidene filmpjes gemaakt over het verschil tusschen den Statenbijbel en de moderne vertalingen. Wij hebben gezien dat de nieuwe Bijbelvertalingen slechts op twee verminkte handschriften zijn gegrond, maar de Statenvertaling is op duizenden handschriften gegrond. Wij hebben gezien dat de moderne Bijbelvertalingen tientallen verzen uit den Bijbel verwijderen, alleen de Statenvertaling is volledig. Wij hebben gezien dat de nieuwe Bijbels Genesis 17:7 verdraaien, zoodat Christus ontkend wordt: alleen de Statenvertaling is zuiver. Hare haters kunnen haar niet betrappen op vertaalfouten, want de Statenvertaling heeft dankzij de leiding Gods geene vertaalfouten. Eene vertaling die zoo goed is als de Statenvertaling heeft geene vervanging noodig. Waarom zoude iemand dan ooit eene moderne Bijbelvertaling koopen?
De makers van de nieuwe Bijbelvertalingen willen natuurlijk hunne vertalingen aan den man brengen. Zij willen geld zien. Waar er geene behoefte bestaat aan eene moderne Bijbelvertaling, moet men behoefte scheppen. Hoe heeft men dat gedaan? Aangezien er geene gebreken kleven aan de Statenvertaling en de moderne Bijbelvertalingen in elk mogelijk opzicht aan haar minderwaardig zijn, bleef hun maar ééne mogelijkheid over. Zij begonnen de Statenvertaling af te schilderen als hoopeloos verouderd. ,,De Statenvertaling is niet meer te begrijpen’’ papegaaien zij steeds weder en net zoo lang totdat menschen het gaan gelooven. Dit is al sinds de negentiende eeuw gaande, maar het Nederlandsche volk was zoozeer gehecht aan de Statenvertaling dat er een groote weêrzin bestond tegen nieuwe vertalingen. Daarom heeft tot het einde van de twintigste eeuw geduurd voordat de Statenbijbel door de nieuwe vertalingen verdrongen werd.
En de Statenvertaling is uiteindelijk verdrongen. Ware dit maar, omdat de nieuwe vertalingen beter waren! Maar dat zijn zij niet. Neen: de Statenvertaling is verdrongen door het steeds weêr te herhalen dat zij te oud en daarom onbegrijpelijk zoude zijn. Het is hunne eenige troef om hunne mismaakte moderne Bijbels op de markt te brengen. De Statenvertaling is over hare uiterste houdbaarheidsdatum heen, willen zij zeggen. Zij doen alsof het Woord van God beperkt houdbaar zij, zooals een brood dat ge bij den bakker koopt, en de Statenvertaling zoude thans bedorven en beschimmeld zijn. Dát is wat men bedoelt. Met deze lastering, met deze leugen, tracht men den goeden naam van den Statenbijbel door het slijk te halen. Indien eene leugen maar wijdverspreid genoeg zij, gaan menschen haar op den duur voor waarheid aannemen.

Spreuken 26:11 Gelijk een hond tot zijn uitspuwsel wederkeert, [alzoo] herneemt de zot zijne dwaasheid.
Petrus heeft gewaarschuwd dat de leugenprofeten zoo te werk zouden gaan:
2 Petrus 2:1 En er zijn ook valsche profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valsche leeraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, Die hen gekocht heeft, verloochenende, [en] een haastig verderf over zichzelven brengende.
2 Petrus 2:2 En velen zullen hunne verderfenissen navolgen, door welke de weg der waarheid zal gelasterd worden.
2 Petrus 2:3 En zij zullen door gierigheid, met gemaakte woorden, van u eene koopmanschap maken; over welke het oordeel van over lang niet ledig is, en hun verderf sluimert niet.

De valsche profeten willen hunne verderfelijke ketterijen invoeren. Wat kan eene betere wijze voor hen zijn dan hunne ketterijen te verpakken in eene nieuwe, oogenschijnlijk frissche Bijbelvertaling? Deze mismaakte Bijbels hebben het aanschijn van het Woord van God en zoo trachten zij u bedektelijk te verleiden om hunne verderfelijke ketterijen aan te nemen. Want deze Bijbels bevatten ketterijen. Zij willen u doen twijfelen aan de volledige overlevering van den Bijbeltekst door tientallen verzen uit den Bijbel te verwijderen, zooals alle moderne vertalingen doen. Zij willen Christus ontkennen door een vers als Genesis 17:7 verkeerd te vertalen, zooals ik in een ander filmpje genaamd ,,Is uw Bijbel verdraaid?’’ heb laten zien. En daartoe wordt de weg der waarheid, die in de Statenvertaling vervat is, gelasterd. Want door gierigheid zullen zij van u eene koopmanschap maken. Niet met het waarachtige Woord van God, maar met gemaakte woorden. Zij willen geld zien. 
1 Timotheüs 6:10 Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad, tot welke sommigen lust hebbende zijn afgedwaald van het geloof, en hebben zichzelven met vele smarten doorstoken.

Ik stond een paar maanden geleden in een’ zoogenaamden Christelijken boekhandel en ik keek naar een paar Statenvertalingen. De verkoopster zag dat en trachtte mijne aandacht meteen op de kast met moderne Bijbels te vestigen met de woorden: ,,Dat is die oude, lastige Bijbelvertaling. Dáár staan de makkelijke, nieuwe Bijbels.’’ Zoo wordt gij overal bestookt met de fabel dat de Statenbijbel te oud is om nog te kunnen begrijpen. Deze stelling wordt den ganschen dag gepapegaaid. Maar - is dat wel zoo? Is de Statenvertaling echt te oud? Soms doen menschen net alsof het maar om één ding gaat. Als een Bijbel maar nieuw is, dan is het goed. Dat is natuurlijk onzin. Nieuwigheid hoort niet de maatstaf te zijn waaraan wij de waarde van iets afmeten. Nieuw is niet beter. Integendeel, de Bijbel zegt het tegenovergestelde: hoe ouder hoe beter.
Jeremia 6:16 Zoo zegt de HEERE: Staat op de wegen en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin, zoo zult gij rust vinden voor uwe ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen.
En gij? Wilt gij in de oude paden wandelen? Of wilt gij tegenstreven en zegt gij: ik zal in die oude paden niet wandelen? God waarschuwt ons om ver weg te blijven van verandering ten kwade:
Spreuken 24:21 Mijn zoon, vrees den HEERE en den Koning: vermeng u niet met hen die naar verandering staan.
Spreuken 24:22 Want hun verderf zal haastelijk ontstaan, en wie weet hun beider ondergang?
Onze Heere Jezus Christus zegt over goeden, ouden wijn of druivensap:
Lukas 5:39 En niemand die ouden drinkt, begeert terstond nieuwen: want hij zegt: De oude is beter.
Steeds weêr zegt de Bijbel: blijf bij het oude, behoud het goede. De Bijbel leert ons daarom om bij voorbaat al uiterst terughoudend te zijn met nieuwe Bijbelvertalingen. En bovendien om de oudheid van iets niet als eene reden te zien om het te verwerpen. In tegendeel. Wij behooren achting te hebben voor den ouderdom. Zoo leert ons het Woord van God:
Leviticus 19:32 Voor het grauwe haar zult gij opstaan, en zult het aangezicht des ouden vereeren; en gij zult vreezen voor uwen God: Ik ben de HEERE.
Kiest daarom de Statenvertaling, juist om haren ouderdom.

zaterdag 24 augustus 2019

Is uw Bijbelvertaling verdraaid? Beproef het zelf


Wij weten dat de moderne vertalingen tientallen verzen uit den Bijbel weglaten. Maar het gaat nog verder, nieuwe Bijbelvertalingen laten niet alleen Bijbelverzen weg (alsof dat nog niet erg genoeg zoude zijn), maar verdraaien ook nog eens met opzet verzen, zoodat zij het tegenovergestelde zeggen van wat God bedoelt.
Gij kunt zelf heel eenvoudig beproeven of eene vertaling den Bijbeltekst heeft veranderd. En gij hebt hier slechts één vers voor noodig, namelijk Genesis 17:7. Dit vers is bijzonder, omdat Paulus in zijnen brief aan de Galaten nauwkeurig zegt wat er in dit vers staat en dus moet eene vertaling van Genesis 17:7 overeenstemmen met wat Paulus zegt. Paulus schrijft:
Galaten 3:16 (Statenvertaling) Nu zoo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van één: En uwen zade, hetwelk is Christus.
Paulus zegt dus dat toen God zijn verbond oprichtte met Abraham, hij dat deed tusschen Zichzelven eenerzijds en tusschen Abraham en zijnen zade anderzijds. Dat is: zade of zaad in het enkelvoud, niet ,,zaden” in het meervoud. Paulus haalt hiermeê Genesis aan, waar de Statenvertaling onder andere in Genesis 17:7 zegt:
Genesis 17:7 En Ik zal mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u, en tusschen uwen zade na u in hunne geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot eenen God, en uwen zade na u.
Er staat in de Statenvertaling in Genesis 17:7 inderdaad zade of zaad in het enkelvoud, niet ,,zaden” in het meervoud, geheel volgens de getuigenis van Paulus. Maar - het is bijna onvoorstelbaar - er zijn nieuwe Bijbelvertalingen die Paulus’ getuigenis in den wind slaan: zij veranderen zaad in Genesis van enkelvoud in meervoud. Soms vertalen zij het niet als zaden maar als ,,nakomelingen” of iets dergelijks, maar het staat steeds in het meervoud, terwijl Paulus in Galaten uitdrukkelijk zegt dat het enkelvoud is. Wie heeft nu gelijk, de Bijbel zelf in den brief van Paulus, of deze moderne vertalers?
Ik raad u aan om zelf Genesis 17:7 op te zoeken in de vertaling van uwe voorkeur en te kijken of het onveranderlijke Woord van God is aangepast aan eene nieuwe, andere leer. Want Paulus heeft juist zoo gewaarschuwd tegen eene andere leer, toen hij ons vermaande om door de volmaking der heiligen tot eenigheid des geloofs te komen:
Efeze 4:14 Opdat wij niet meer kinderen zouden zijn, die als de vloed bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door de bedriegerij der menschen, door arglistigheid om listiglijk tot dwaling te brengen,
Zegt Paulus hier niet dat er bedriegers zouden komen die listiglijk tot dwaling zouden brengen? Reden te meer om op uwe hoede te zijn en eene schriftplaats als Genesis 17:7 in uwe vertaling nauwkeurig te onderzoeken. Zoek dit vers dus nú op. Stop voor een oogenblik dit filmpje en kijk of ,zaad’ of ,nakomeling’ in Genesis 17:7 in uwe Bijbelvertaling in het enkelvoud staat of in het meervoud. Er is maar ééne goede mogelijkheid: het enkelvoud, zooals Paulus in Galaten 3:16 uitdrukkelijk zegt. Dus ik verzoek u met klem om even Genesis 17:7 op te zoeken, ge zult u verbazen.
En… stond het in het meervoud? Het lijkt misschien niet zoo erg, eene ,n’ meer of minder, maar wat zeide Jezus nou?
Mattheüs 5:18 Want voorwaar zeg Ik u, totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet ééne jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.
Lukas 16:17 En het is lichter dat de hemel en de aarde voorbijgaan, dan dat één tittel der wet valle.
De jota en de tittel zijn zeer kleine leesteekens. Dus zelfs zeer kleine leesteekens zullen niet van den Bijbel verloren gaan. Dat is wat de Heere Jezus belooft. Zoude het verschil tusschen enkelvoud en meervoud dan wel verloren gaan? En dat terwijl Paulus nog wel uitdrukkelijk zegt hoe belangrijk het is dat er niet ,zaden’ in het meervoud staat maar ,zade’ in het enkelvoud? Jezus Christus zegt wat hij meent: er zal niets verloren gaan uit den Bijbel. Wat er in moderne Bijbels plaatsvindt is onmogelijk. En het is verboden, want God zeide:
Openbaring 22:18 Want ik betuig aan een' iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
Openbaring 22:19 en indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is.
Daarom: zoek Genesis 17:7 op in zoovele vertalingen als gij wilt, en voorwaar ik zeg u, dat het moeilijk zal zijn om er één te vinden die dit niet verkeerd vertaalt. En laten wij hier daarom wat dieper op ingaan. Waarom is dit onderscheid tusschen enkelvoud en meervoud zoo belangrijk? Wat bedoelt Paulus met ,zaad’ in het enkelvoud? Paulus zegt het zelf in Galaten 3:16.
Galaten 3:16b En uwen zade, hetwelk is Christus.
Het zaad is Christus. De beloftenissen in Genesis waren gedaan aan Abraham en zijn zaad, hetwelk is Christus. Als nu iemand ,,zaad” in Genesis verandert naar meervoud ,,zaden”, dan ontkent hij daarmede dus… Christus! Want er is:
Efeze 4:5 Eén Heere, één geloof, één doop.
God is enkelvoud. Christus is de nakomeling van Abraham om wien de geheele geschiedenis der schepping draait. Alles draait om Jezus Christus.
Handelingen 17:28 Want in Hem leven wij, en bewegen ons, en zijn wij, gelijk ook eenigen van uwe poëten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht.
Door ,zaad’ te veranderen in het meervoud wordt het Woord van God krachteloos gemaakt. De beloftenis is niet meer gedaan aan Abraham en aan Christus, maar aan zoovele menschen. Christus is slechts een enkele onder zoovelen. Christus is niemand. Met deze valsche vertaling verloochenen zij den Heere Christus, maar zonder dat het menschen onmiddellijk opvalt! Juist hiertegen heeft Petrus gewaarschuwd:
2 Petrus 2:1 En daar zijn ook valsche profeten onder het volk geweest, gelijk ook onder u valsche leeraars zijn zullen, die verderfelijke ketterijen bedektelijk invoeren zullen, ook den Heere, die hen gekocht heeft, verloochenende, [en] een haastig verderf over zichzelven brengende.
Ook den Heere die hen gekocht heeft verloochenende! Is dat niet wat hier voor uwe oogen geschiedt? Het gebeurt zoo openlijk, zóó schaamteloos, dat gij bijna twijfelt of dit wel waar kan zijn. Maar het is waar. En daarom is het zoo belangrijk om zelf te beproeven of eene vertaling wel deugt, of eene Bijbelvertaling wel uit God zij, want er zijn vele valsche profeten in de wereld en zij kunnen in hunne eigene oogen niets hoogers bereiken dan den Bijbel door het slijk te halen. Wie Christus ontkent is niet uit God. Daarom zijn deze vertalingen die den Bijbel verdraaien niet uit God. En het is niet van noode dat iemand tegen hen getuigt, zij getuigen tegen zichzelve. Zooals de apostel Johannes ons waarschuwde:
1 Johannes 4:1 Geliefden, gelooft niet eenen iegelijken geest, maar beproeft de geesten of zij uit God zijn; want vele valsche profeten zijn uitgegaan in de wereld.
1 Johannes 4:2 Hieraan kent gij den Geest Gods: alle geest die belijdt dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, die is uit God;
1 Johannes 4:3 En alle geest die niet belijdt dat Jezus Christus in het vleesch gekomen is, die is uit God niet; maar dit is [de geest] van den Antichrist, welken [geest] gij gehoord hebt dat komen zal, en is nu alreede in de wereld.
Jezus Christus is volledig God en volledig mensch. In Jezus is God mensch geworden. Jezus is als mensch uiteindelijk een nakomeling van Abraham. Christus is het zaad van Abraham naar het vleesch. Christus is een vleeschelijke nakomeling van Abraham, voortgekomen uit zijne lendenen. Wie zaad in het meervoud zet in Genesis 17:7 belijdt niet dat Christus in het vleesch gekomen is en is daarmede niet uit God, maar uit den Antichrist. En zoudt gij uwe oogen en uw hart bevuilen met zulk eene openlijk Antichristelijke vertaling? Vergis u niet, hierin wordt uwe liefde voor God kenbaar. Houdt gij van de Heilige Schriftuur? Jezus Christus is het vleeschgeworden Woord van God.
Johannes 1:1 In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Johannes 1:14 En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader) vol van genade en waarheid.
Hebt gij Jezus waarlijk lief als gij eene Bijbelvertaling leest die Hem ontkent?


vrijdag 2 augustus 2019

God is liefde! Jezus weende... omdat hij ons lief heeft!


Het is het kortste vers uit den heelen Statenbijbel: Johannes hoofdstuk 11 vers 35. Twee woorden maar.

Johannes 11:35 Jezus weende.

Lazarus was gestorven. Lazarus was een geliefde vriend van Jezus en was een aantal dagen eerder overleden. En terwijl Jezus naar het graf van Lazarus liep, huilde hij. Jezus weende. Toen de Joodsche omstanders zagen dat Jezus schreide, begrepen zij wel waarom. Er staat:

Johannes 11:36 De Joden dan zeiden: Ziet, hoe lief Hij hem had!

Jezus huilde, omdat hij den doode lief had. Jezus weende, omdat zijn geliefde vriend Lazarus gestorven was. Hij schreide, omdat hij van hem hield en hij niet meer leefde. Booze tongen zouden zeggen: wat huilt Jezus nou? Zij zouden hem verwijten: Wat zeurt hij nou, is God juist niet de oorzaak van onzen dood? Zij zouden hem beschuldigen: Is het God niet die ons laat doodgaan en daar niets aan doet? En dat is de groote lastering waarmede de wereld den Heere Jezus lastert. Wij kennen allemaal menschen die zulke dingen gezegd hebben. En laten wij vooral niet te snel naar anderen wijzen, misschien hebben wij deze schandelijke gedachtes zelven ook wel eens gehad. En sommige omstanders van Jezus kwamen met dezelfde beschuldiging, toen zij Jezus zagen weenen.

Johannes 11:37 En sommigen uit hen zeiden: Kon Hij, Die de oogen des blinden geopend heeft, niet maken, dat ook deze niet gestorven ware?

Zij wisten dat Jezus wonderbaarlijk genezen kon, maar zij geloofden toch niet in hem. Jezus liet de blinden weder zien, wat een groot wonder is, dat niemand kan verrichten dan God Almachtig alleen, maar als het op den dood aankomt, dan kan hij niets, zeiden zij. Daarvan beschuldigden zij hem. Het ongeloof verblinde hen. Maar Jezus zoude ook hunne oogen openen. Zij vergisten zich namelijk. God is niet de oorzaak van onze ellende. God wil niet dat wij ziek zijn of pijn lijden of verdrietig zijn. God wil niet dat wij sterven. Maar waarom sterven wij dan? Wij gaan niet dood omdat dat de wil van God zoude zijn, neen, wij gaan dood omdat wij slecht zijn. Alle menschen zijn slecht. De Bijbel zegt:

Romeinen 3:10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één;

[ruzie] Wij hebben allemaal foute dingen gedaan. Wie van ons heeft nooit gelogen? Wie van ons heeft nooit zonder eenige reden zijnen naaste gehaat? In ons hart zijn wij allemaal moordenaars. Let niet op uiterlijke schijn, niemand van ons is goed. En daarom verdienen wij het om te lijden voor onze zonden. Wij verdienen het om te sterven. En dáárom gaan wij allemaal dood.

Romeinen 6:23a Want de bezoldiging der zonde is de dood,

Indien ge zondigt, dan verdient ge het dus om dood te gaan. Want het loon van de zonde is de dood. Laatst hoorde ik van eene jonge vrouw die zonder eenige aanleiding gewelddadig werd vermoord. Als die moordenaar van haar voor de rechtbank staat, willen wij dan dat de rechter zijnen moord maar door de vingers ziet? Dat hij er maar meê weg komt? Neen, wij willen dat hij gestraft wordt, en hard ook. Dat heet rechtvaardigheid. En God is rechtvaardig. God kan niet zoomaar onze slechtheid door de vingers zien. Wij verdienen het eenvoudigweg om te lijden.

Maar... God houdt van ons – ondanks onze kwaadheid. Hij wil niet dat wij lijden, ook al verdienen wij het. Hij voelt diep medelijden met onze ellende. En dáárom weende Jezus. Hij vond het verschrikkelijk dat Lazarus gestorven was. Hij vindt het verschrikkelijk als wij lijden. God heeft verdriet, zooals wij ook verdriet hebben. Wij kennen allemaal het gevoel, dat wij bij het graf van onze geliefden staan, en in ons hart verzuchten: ,,Och, dat het mogelijk ware, dat gij niet gestorven waart!’’ En dat verdriet voelt Jezus ook.

De Heere Jezus Christus is God Almachtig. God is in Christus mensch geworden. Jezus is volledig mensch, en voelt verdriet en rouw als ieder mensch, maar hij is ook volledig God, en hij is daarom Almachtig. Jezus heeft niet alleen medelijden met ons, neen, hij kan ook daadwerkelijk iets doen aan ons lijden. En dat dééd hij! Hij maakte zijnen vriend Lazarus weêr levend, die al vier dagen in het graf gelegen had. Het was een wonder, zooals nooit eerder was geschied.

Johannes 11:38 Jezus dan wederom in Zichzelven zeer bewogen zijnde, kwam tot het graf; en het was eene spelonk, en een steen was daarop gelegd.
Johannes 11:39 Jezus zeide: Neemt den steen weg. Martha, de zuster des gestorvenen, zeide tot Hem: Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier dagen [aldaar gelegen].
Johannes 11:40 Jezus zeide tot haar: Heb Ik u niet gezegd, dat, zoo gij gelooft, gij de heerlijkheid Gods zien zult?
Johannes 11:43 En als Hij dit gezegd had, riep Hij met groote stemme: Lazarus, kom uit!
Johannes 11:44 En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.

Lazarus leefde weêr! Onze Heere Jezus Christus heeft Lazarus weêr tot leven gewekt. Wat niemand kan, kan Jezus wel. Want hij is God Almachtig. God is mensch geworden, en heeft onder ons gewoond, want hij wil ons allemaal rédden. En niet alleen Lazarus, neen, hij kan ons allemaal weêr tot leven wekken, zoodat wij het eeuwige leven kunnen krijgen in het hemelsche paradijs. Want God wil niet dat wie dan ook verloren gaat, hij wil dat wij allemaal gered worden.

1 Timotheüs 2:4 Welke wil, dat alle menschen zalig worden, en tot kennis der waarheid komen.

En hoe kunnen wij dan gered worden? Hoe is dit mogelijk? Hoe kunnen wij het eeuwige leven in den hemel krijgen?

Johannes 11:25 Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft, zal leven, al ware hij ook gestorven;
Johannes 11:26 En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?

Indien gij gelooft in Jezus, dan zult gij in der eeuwigheid niet sterven. Jezus Christus heeft het namelijk mogelijk gemaakt dat wij eeuwig kunnen leven. Niet omdat hij onze zonden door de vingers ziet, maar omdat hij de doodstraf voor onze zonden zélf heeft ondergaan.

Romeinen 5:8 Maar God bevestigt Zijne liefde jegens ons, dat Christus voor ons gestorven is, als wij nog zondaars waren.

Jezus Christus is zijn heele leven bespot geweest, is uiteindelijk gemarteld, is aan het kruis genageld, is gestorven en is drie dagen en drie nachten in de hel geweest. Maar na drie dagen is hij als eerste mensch ooit voor eeuwig uit den dood opgestaan en heeft alzoo den dood overwonnen voor ons allemaal.

Laat ik dit wat verduidelijken met een voorbeeld. Stel dat gij iets gestolen hebt en betrapt zijt. Gij staat voor de rechtbank en wordt veroordeeld tot tien jaren gevangenis. Maar opeens komt er iemand de rechtszaal binnen, iemand dien gij heelemaal niet kent, die de boete voor u volledig betaald. Gij komt onmiddellijk op vrije voeten, want de straf is voldaan. Gij zijt gered en bevrijd. Hoe zoudt ge dat vinden, als iemand dat voor u over zoude hebben? Wat een prachtige, liefdevolle daad. En dát is wat Christus voor ons allemaal gedaan heeft. Hij heeft zelf nooit gezondigd en verdiende het daarom heelemaal niet om te sterven, maar hij heeft in onze plaats onze doodstraf ondergaan. De Bijbel zegt:

2 Korinthe 5:21 Want Dien, Die geene zonde gekend heeft, heeft Hij [dat is, God] zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem.

Doordat Jezus onze straf heeft ondergaan, kan God ons weêr als rechtvaardig zien. Want de boete is betaald. En waarom deed Jezus dit? Nou, waarom weende hij toen Lazarus gestorven was? Waarom had hij medelijden met hem? Uit liefde! Hij houdt van ons, van alle menschen, en daarom heeft hij zijn leven voor ons allemaal gegeven. Want Jezus ziet ons als zijne vrienden, als wij naar hem willen luisteren.

Johannes 15:13 Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijne vrienden.

Jezus heeft zijn eigen leven opgegeven, zoodat wij niet meer hoeven te sterven. En dit is misschien wel het bekendste vers uit den geheelen Bijbel:

Johannes 3:16 Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren’ Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.

Wanneer krijgt gij het eeuwige leven? Wat staat er? Als gij elken zondag naar de kerk gaat? Neen, dat staat er niet. Als gij al uw geld aan de armen geeft en allerlei goede daden verricht? Neen, dat staat er ook niet. Moet gij boete doen voor al uwe zonden? Neen, want Jezus heeft boete gedaan voor onze zonden. Wat staat er wel? Hoe kunt gij het eeuwige leven hebben? Gelooft! Gelooft en gij zult het eeuwige leven hebben.
Nog een vers waarin dat overduidelijk staat. Iemand in den Bijbel vroeg aan de apostelen:

Handelingen 16:30b [Lieve] heeren! wat moet ik doen, opdat ik zalig worde?
Handelingen 16:31 En zij zeiden: Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden, gij en uw huis.

Geloof in den Heere Jezus Christus, die de boete voor u betaald heeft, die zijn leven voor u opgeofferd heeft, die zielsveel van u houdt, en gij zult zalig worden. Als gij in Jezus gelooft, als gij niet zoomaar met uw verstand maar met uw hárt op hem vertrouwt voor uwe zaligheid, dan zult gij het eeuwige leven hebben. De apostel Johannes schreef de volgende wonderschoone woorden:

1 Johannes 4:8 Die niet liefheeft, die heeft God niet gekend; want God is liefde.
1 Johannes 4:9 Hierin is de liefde Gods jegens ons geopenbaard, dat God Zijnen eeniggeboren’ Zoon gezonden heeft in de wereld, opdat wij zouden leven door Hem.
1 Johannes 4:10 Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijnen Zoon gezonden heeft [tot] eene verzoening voor onze zonden.
1 Johannes 4:16 En wij hebben gekend en geloofd de liefde, die God tot ons heeft. God is liefde; en die in de liefde blijft, blijft in God, en God in hem.

God is liefde. En uit onvoorstelbare liefde voor ons zondaren heeft Jezus Christus ons gered van den dood. God had ons zoo lief dat hij mensch is geworden om als mensch onze doodstraf in onze plaats te ondergaan. God is een geest, maar hij heeft vrijwillig den hemel verlaten en zich vernederd om vleesch en bloed te worden, om mensch te worden, toen hij geboren werd uit de maagd Maria.

Hebreën 2:14 Overmits dan de kinderen des vleesches en bloeds deelachtig zijn, zoo is Hij ook desgelijks derzelve deelachtig geworden, opdat Hij door den dood te niet doen zou dengene, die het geweld des doods had, dat is, den duivel;
Hebreën 2:15 En verlossen zou al degenen, die met vreeze des doods, door al [hun] leven, der dienstbaarheid onderworpen waren.

Indien gij in Christus gelooft, hoeft gij niet meer bang te zijn om te sterven. Als uw lichaam sterft, dan zal uw geest onmiddellijk naar den hemel gaan. Jezus weende, omdat hij ons zóó liefheeft en diep medelijden voelt met onze ellende. Maar hij heeft een einde gemaakt aan de reden van onze tranen en ons hoop gegeven, de hoop op het eeuwige leven.

Jeremia 31:16 Zoo zegt de HEERE: Bedwing uwe stem van geween, en uwe oogen van tranen; want er is loon voor uwen arbeid, spreekt de HEERE; want zij zullen uit des vijands land wederkomen.

Gij zult uit den dood en ellende wederkomen. Wanneer wij in Jezus gelooven en later sterven, dan zal alleen ons zondige vleesch sterven en onze geest zal onmiddellijk naar den hemel gaan, en zal aldaar verblijven tot Jezus zal wederkomen op de aarde. Want als Jezus terugkomt naar de aarde, en dat zal misschien binnenkort gebeuren, dan zal iedereen die in hem gelooft eene lichamelijke opstanding krijgen en dus een nieuw lichaam krijgen, dat niet meer zondigen noch sterven kan.

Ezechiël 36:26 En Ik zal u een nieuw hart geven, en zal eenen nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het steenen hart uit uw vleesch wegnemen, en zal u een vleeschen hart geven.
Ezechiël 36:27 En Ik zal Mijnen Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijne inzettingen zult wandelen, en Mijne rechten zult bewaren en doen.
Ezechiël 36:28 En gij zult wonen in het land, dat Ik uwen vaderen gegeven heb, en gij zult Mij tot een volk zijn, en Ik zal u tot eenen God zijn.

God zal ervoor zorgen dat gij niet meer zondigen kunt. God zal u het eeuwige leven geven. Is dat niet iets om naar uit te kijken? Beter nieuws bestaat er niet. Wat zal het heerlijk zijn!

Openbaring 21:3 En ik hoorde eene groote stem uit den hemel, zeggende: Ziet, de tabernakel Gods is bij de menschen, en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen [en] hun God zijn.
Openbaring 21:4 En God zal alle tranen van hunne oogen afwisschen; en de dood zal niet meer zijn; noch rouw, noch gekrijt, noch moeite zal meer zijn; want de eerste dingen zijn weggegaan.

Jezus weende. Maar hij zeide ook:

Lukas 6:21b Zalig zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen.

Dit is het Evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus.



zaterdag 27 juli 2019

Het Nieuwe Testament is nooit een zeldzaam boek geweest: de Textus Receptus


In het Bijbelboek Jeremia hoofdstuk 36 staat beschreven hoe de profeet Jeremia het Woord des Heeren profeteerde en dat zijne woorden onmiddellijk door eenen schrijver werden opgeschreven. Want het is heel belangrijk om te beseffen, dat de Bijbel geen verdichtsel is van menschen, maar eene Goddelijke openbaring. De Bijbel zegt:
2 Petrus 1:21 Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.
Alle boeken van den Bijbel zijn op deze wijze ontstaan. De boeken van het Nieuwe Testament zijn op dezelfde wijze, met de hand, geschreven, en wel in de Grieksche taal. Daarom schrijft Paulus:
Galaten 6:11 Ziet, hoe grooten brief ik u geschreven heb met mijne hand.
2 Thessalonicensen 3:17 De groetenis met mijne hand, van Paulus; hetwelk is een teeken in iederen zendbrief; alzoo schrijf ik.
De oorspronkelijke brieven van Paulus – en alle andere boeken van den Bijbel – werden door Joden en Christenen getrouwlijk overgeschreven en vermeerderd om hen alzoo door de geheele wereld te verspreiden. Er bestaan dan ook nog steeds vele van deze handschriften van den Bijbel. De tekst van de Statenvertaling wordt ondersteund door duizenden van deze Grieksche handschriften en nog eens duizenden andere bronnen, zooals vroege vertalingen en aanhalingen in oude Christelijke schrijvers. Ter vergelijking: alle moderne vertalingen zijn slechts gegrond op twee verminkte handschriften, die onderling ook nog eens behoorlijk verschillen: den zoogenaamden Codex Vaticanus en den Codex Sinaiticus. Gij hoort het goed: twee handschriften. De oude Statenvertaling is gegrond op vele duizenden handschriften, maar de nieuwe vertalingen zijn gegrond op twee verminkte handschriften. Hieruit alleen al blijkt de onovertroffene betrouwbaarheid der Statenvertaling.
De Statenvertaling is gegrond op den ontvangen' Griekschen tekst, die in het Latijn Textus Receptus wordt genoemd, dat beteekent ,,ontvangen tekst.'' Het is deze ontvangen tekst die wordt ondersteund door vele duizenden Grieksche handschriften. 

Er zijn zoovele Grieksche handschriften van den Bijbel bewaard gebleven omdat zij in het Grieksche Oosten gedurende de Oudheid en de Middeleeuwen daadwerkelijk in gebruik waren. In het Oosten bestond het Romeinsche Rijk namelijk nog in de Middeleeuwen en dit rijk noemen wij het Oost-Romeinsche of Byzantijnsche Rijk. Net zooals in het huidige Griekenland spraken zij daar Grieksch. De Grieksche taal is dus nooit eene doode taal geweest: de Griekschtaligen lazen het Nieuwe Testament in den oorspronkelijken vorm. Daarom was het oorspronkelijke Grieksche Nieuwe Testament in het Byzantijnsche Rijk wijd verspreid en bestonden er duizenden handschriften van.
Toen de hoofdstad van het Byzantijnsche Rijk, Constantinopel, in 1453 werd veroverd door de islamitische Ottomanen, vluchtten geleerde Grieken naar het Westen en namen hunne handschriften van den Bijbel in de oorspronkelijke Grieksche taal met zich mede. Deze handschriften veroorzaakten eenen schok in Europa omdat bleek dat de Latijnsche vertaling van de Roomsch-Katholieke Kerk heelemaal geene goede vertaling was. Bepaalde hoofdleerstellingen der Roomsche kerk, zooals de doop van ongeloovigen en het bidden aan den rozenkrans, waren gegrond op foute vertalingen in den Latijnschen Bijbel. Het bleek dat menschen eeuwenlang gedwaald hadden door deze onbetrouwbare Latijnsche Bijbelvertaling. Onze landgenoot Erasmus heeft destijds de eerste uitgave van den betrouwbaren Griekschen tekst verzorgd die later bekend kwam te staan als de Textus Receptus. De bekendwording van den Byzantijnschen Textus Receptus in Europa veroorzaakte de Hervorming.
Jesaja 45:19 Ik heb niet in het verborgene gesproken, in eene donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid spreekt, Die rechtmatige dingen verkondigt.
De Heere verkondigt rechtmatige dingen! 
En toch beweren de moderne Bijbelvertalingen dat sommige Bijbelteksten misschien niet in den Bijbel thuis zouden hooren. Maar als er werkelijk twijfel zoude bestaan over de behoudenis van den Bijbeltekst, zooals deze moderne Bijbelvertalingen beweren, dan zoude God uiteindelijk toch kromme dingen hebben verkondigd. Neen, de Heere verkondigt enkel rechtmatige dingen en daarom kán er nooit twijfel bestaan omtrent de volmaakte en volledige behoudenis van den Bijbeltekst. En hij is volledig en ongeschonden bewaard gebleven in de duizenden handschriften die ten grondslag liggen aan den Textus Receptus. De Heere God Almachtig heeft er wel voor gezorgd dat er niets van zijne openbaring verloren zoude gaan.
Nogmaals, God heeft nooit in het verborgene gesproken. Hij heeft zijn Woord altijd openlijk aan de geheele wereld bekend gemaakt en daarom is het volstrekte onzin om net te doen alsof er twijfel zoude bestaan over de volmaaktheid van den Bijbel zooals wij hem thans nog hebben. Men kan twijfelen aan een gerucht of iets anders dat in het verborgene gedaan is, maar men kan niet twijfelen aan het Woord van God omdat het nooit een geheim is geweest. Gelijk Paulus zeide tot den koning Agrippa:
Handelingen 26:26 Want de koning weet van deze dingen, tot welken ik ook vrijmoedigheid gebruikende spreek; want ik geloof niet, dat hem iets van deze dingen verborgen is; want dit is in geenen hoek geschied.
En onze Heere zelf getuigde:
Johannes 18:20 Jezus antwoordde hem: Ik heb vrijuit gesproken tot de wereld; Ik heb allen tijd geleerd in de synagoge en in den tempel, waar de Joden van alle plaatsen samenkomen; en in het verborgen heb Ik niets gesproken.
En daarom is het Woord van God nooit een zeldzaam boek geweest.


Hoe wij aan het Oude Testament gekomen zijn - de geschiedenis van den Bijbel


Het Christendom is niet gegrond op mondeling overgeleverde fabelen. Het Christendom is een geopenbaarde godsdienst, want de Heere God Almachtig heeft zich aan de menschheid geopenbaard in zijn Woord: de Heilige Schriftuur. Hoe is deze openbaring tot stand gekomen? De Bijbel zegt:

2 Petrus 1:21 Want de profetie is voortijds niet voortgebracht door den wil eens menschen, maar de heilige menschen Gods, van den Heiligen Geest gedreven zijnde, hebben ze gesproken.

De Bijbel is dus geen verdichtsel des menschen. Het Woord van God is niet mondeling overgeleverd. De Heilige Schriftuur is geene verzameling van geruchten die na eeuwen werden opgeschreven. De Heere God openbaarde zijn Woord aan den mensch door zijne dienaars, de profeten. En toen de profeten het Woord van God verkondigden zijn hunne woorden altijd onmiddellijk opgeschreven. In het Bijbelboek Jeremia staat nauwkeurig omschreven hoe dat toen is gegaan.

Jeremia 36:1 Het gebeurde ook in het vierde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, [dat] dit woord tot Jeremia geschiedde van den HEERE, zeggende:
Jeremia 36:2 Neem u eene rol des boeks, en schrijf daarop al de woorden, die Ik tot u gesproken heb, over Israël, en over Juda, en over al de volken, van den dag aan, [dat] Ik tot u gesproken heb, van de dagen van Josia aan, tot op dezen dag.
Jeremia 36:3 Misschien zullen die van het huis van Juda hooren al het kwaad, dat Ik hun gedenk te doen; opdat zij zich bekeeren, een iegelijk van zijnen boozen weg, en Ik hunne ongerechtigheid en hunne zonde vergeve.
Jeremia 36:4 Toen riep Jeremia Baruch, den zoon van Nerija; en Baruch schreef uit den mond van Jeremia alle woorden des HEEREN, die Hij tot hem gesproken had, op eene rol des boeks.

De Koning van Juda had niet gedaan wat goed was in de oogen des Heeren. God openbaarde aan Jeremia daarom het komende oordeel over Israël en Juda in het bijzonder. De profeet Jeremia gaf den schrijver Baruch in de pen wat hij moest schrijven, namelijk al deze woorden des Heeren. Toen zond Jeremia Baruch naar den tempel in Jeruzalem om de woorden uit het boek openlijk voor te lezen. Want God heeft zijnen Bijbel niet geopenbaard om verborgen te houden. Het woord ,openbaring’ zegt het al: zij is eene openbaring, niet eene verborgenheid. De geschiedenis vervolgt:

Jeremia 36:8 En Baruch, de zoon van Nerija, deed naar alles, wat hem de profeet Jeremia geboden had, lezende in dat boek de woorden des HEEREN, [in] het huis des HEEREN.
Jeremia 36:9 Want het geschiedde in het vijfde jaar van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in de negende maand, [dat] zij een vasten voor des HEEREN aangezicht uitriepen, allen volke te Jeruzalem, mitsgaders allen volke, die uit de steden van Juda te Jeruzalem kwamen.
Jeremia 36:10 Zoo las Baruch in dat boek de woorden van Jeremia [in] des HEEREN huis, in de kamer van Gemarja, den zoon van Safan, den schrijver, in het bovenste voorhof, [aan] de deur der nieuwe poort van het huis des HEEREN, voor de ooren des ganschen volks.

[josia] Het gansche volk van Israël hoorde de profetie van Jeremia die geschreven was in het boek. En zij verschrikten over de komende bestraffing des Heeren over Israël vanwege hunne goddeloosheid. Het kwam ook ter oore der regeering en men vond dat de koning, die blijkbaar niet bij den tempel des Heeren aanwezig was, het ook moest hooren.

Jeremia 36:16 En het geschiedde, als zij al de woorden hoorden, [dat] zij verschrikten, de een tegen den ander; en zij zeiden tot Baruch: Voorzeker zullen wij al deze woorden den koning bekend maken.
Jeremia 36:17 En zij vraagden Baruch, zeggende: Verklaar ons toch, hoe hebt gij al deze woorden uit zijnen mond geschreven?
Jeremia 36:18 En Baruch zeide tot hen: Uit zijnen mond las hij tot mij al deze woorden, en ik schreef ze met inkt in dit boek.

[boekrollen] Op deze wijze heeft God dus den Bijbel aan de wereld geopenbaard: de profeten zeiden het Woord des Heeren en de schrijvers schreven het ter plekke op, met inkt in een boek.

Jeremia 36:19 Toen zeiden de vorsten tot Baruch: Ga henen, verberg u, gij en Jeremia; en niemand wete, waar gijlieden zijt.
Jeremia 36:20 Zij dan gingen in tot den koning in het voorhof; maar de rol leiden zij weg in de kamer van Elisama, den schrijver; en zij verklaarden al die woorden voor de ooren des konings.

Jeremia en zijn schrijver Baruch moesten zich verbergen, omdat zij wel aanvoelden, dat de koning zijne bestraffing in het Woord des Heeren niet graag hooren wilde.

Johannes 3:20 Want een iegelijk, die kwaad doet, haat het licht, en komt tot het licht niet, opdat zijne werken niet bestraft worden.

Daarom is de Bijbel het meest gehate boek ter wereld. Zelfs in Nederland gaan tegenwoordig stemmen op om den Bijbel te verbieden.



Maar er is niets nieuws onder de zon: ook voor en tijdens den Tachtigjarigen Oorlog, die van 1568 tot 1648 duurde, werden menschen op den brandstapel geworpen om zoogenaamde misdaden als het bezitten van den Bijbel. Bijvoorbeeld William Tyndale, die in 1536 hier in de Nederlanden op den brandstapel werd gegooid omdat hij net als Luther eene Engelsche Bijbelvertaling op grond van den Griekschen Bijbeltekst van Erasmus had gemaakt. 



Gij kunt over deze Christelijke martelaren lezen in het beroemde boek met den naam ,,Historie der martelaren, die om de getuigenis der evangelische waarheid hun bloed gestort hebben’’. De tachtigjarige vrijheidsstrijd der Nederlanden was dan ook een strijd voor de vrijheid om eenen Godsdienst te belijden naar het waarachtige Woord van God. Te midden van den Tachtigjarigen Oorlog werd in 1618 en 1619 besloten tot het maken van den Statenbijbel, die nog tijdens den oorlog, in 1637, werd uitgegeven.

De regeering van Juda beantwoordde het Woord van God ook met vuur. De geschiedenis vervolgt namelijk:

Jeremia 36:21 Toen zond de koning Jehudi, om de rol te halen; en hij haalde ze uit de kamer van Elisama, den schrijver; en Jehudi las ze voor de ooren des konings, en voor de ooren van al de vorsten, die omtrent den koning stonden.
Jeremia 36:22 (De koning nu zat [in] het winterhuis, in de negende maand; en er was [een vuur] voor zijn aangezicht op den haard aangestoken.)
Jeremia 36:23 En het geschiedde, als Jehudi drie stukken, of vier gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp ze in het vuur, dat op den haard was, totdat de gansche rol verteerd was in het vuur, dat op den haard was.
Jeremia 36:24 En zij verschrikten niet, en scheurden hunne kleederen niet, de koning noch al zijne knechten, die al deze woorden gehoord hadden.
Jeremia 36:25 Hoewel ook Elnathan, en Delaja, en Gemarja bij den koning daarvoor spraken, dat hij de rol niet zou verbranden; doch hij hoorde niet naar hen.
Jeremia 36:26 Daartoe gebood de koning aan Jerahmeël, den zoon van Hammelech, en Zeraja, den zoon van Azriël, en Selemja, den zoon van Abdeël, om den schrijver Baruch en den profeet Jeremia te vangen. Maar de HEERE had hen verborgen.

De schrijver van den koning van Juda heeft het Bijbelboek met medeweten van den koning verbrandt, om zoo den Koning der koningen, onzen Heere Jezus Christus, openlijk te hoonen! Maar is het Bijbelboek van Jeremia toen voor altijd verloren gegaan? Geenszins. Want de Heere heeft gesproken:

Psalm 12:7 De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in eenen aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.
Psalm 12:8 Gij, HEERE, zult ze bewaren, Gij zult ze behoeden voor dit geslacht tot in eeuwigheid.
Als er één boek is dat de duivel en zijne zonen zouden willen uitdelgen van de aarde, dan is het de Bijbel. En toch is de Bijbel het meest gedrukte, gelezen en verspreide boek ter wereld. Want God heeft beloofd om zijn Woord te bewaren tot in eeuwigheid. En God komt zijne belofte na. Want het boek van Jeremia is niet verloren gegaan, het is tot op den dag van vandaag bij ons.
Want deze Bijbelsche geschiedenis vervolgt:

Jeremia 36:27 Toen geschiedde des HEEREN woord tot Jeremia, nadat de koning de rol en de woorden, die Baruch geschreven had uit den mond van Jeremia, verbrand had, zeggende:
Jeremia 36:28 Neem u weder eene andere rol, en schrijf daarop al de eerste woorden, die geweest zijn op de eerste rol, die Jojakim, de koning van Juda, verbrand heeft.
Jeremia 36:29 En tot Jojakim, den koning van Juda, zult gij zeggen: Zoo zegt de HEERE: Gij hebt deze rol verbrand, zeggende: Waarom hebt gij daarop geschreven, zeggende: De koning van Babel zal zekerlijk komen, en dit land verderven, en maken, dat mensch en beest daarin ophouden?
Jeremia 36:30 Daarom zegt de HEERE alzoo van Jojakim, den koning van Juda: Hij zal geenen hebben, die op Davids troon zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags in de hitte, en des nachts in de vorst.
Jeremia 36:31 En Ik zal over hem, en over zijn zaad, en over zijne knechten hunlieder ongerechtigheid bezoeken; en Ik zal over hen, en over de inwoners van Jeruzalem, en over de mannen van Juda, al het kwaad brengen, dat Ik tot hen gesproken heb; maar zij hebben niet gehoord.
Jeremia 36:32 Jeremia dan nam eene andere rol, en gaf ze aan den schrijver Baruch, den zoon van Nerija; die schreef daarop, uit den mond van Jeremia, al de woorden des boeks, dat Jojakim, de koning van Juda, met vuur verbrand had; en tot dezelve werden nog vele dergelijke woorden toegedaan.

Aldus is de Heilige Schriftuur op schrift gesteld. Dus laat het duidelijk zijn: de Bijbel is nooit een zeldzaam boek geweest. Zooals de Bijbel nu het meest gedrukte en gelezen boek ter wereld is, zoo is het altijd geweest.
Handelingen 15:21 Want Mozes heeft er van oude tijden in elke stad, die hem prediken, en hij wordt op elken sabbat in de synagogen gelezen.
In elke stad van de wereld, van de oudste tijden af, wordt de Bijbel gelezen. [ballingschap] In de zesde eeuw voor Christus werden de Joden door God gestraft en werden zij gevankelijk weggevoerd naar Babylonië. Dit noemt men de Babylonische ballingschap. Sinds dien tijd zijn de Joden verspreid geworden over de geheele toenmalige beschaafde wereld, van Europa tot Azië en Noord-Afrika. Dus van oude tijden af zijn er in elke stad van de beschaafde wereld menschen geweest die de geschriften van Mozes predikten en hij werd aldaar in elke synagoge gelezen. [kaart] Dat beteekent dat reeds eeuwen voor de komst van Christus op aarde vele honderden steden in Europa, Afrika en Azië een afschrift van het Oude Testament hadden. Het is dus niet zoo dat er eeuwenlang slechts een enkel handschrift van den Bijbel zoude zijn geweest. Integendeel, er zijn van de allervroegste tijden af al honderden en honderden afschriften van den Bijbel in de geheele bekende wereld in gebruik geweest. Want het was de bedoeling van God dat zijne openbaring door de geheele wereld bekend zoude worden. Hij zegt:
Jesaja 45:19 Ik heb niet in het verborgene gesproken, in eene donkere plaats der aarde; Ik heb tot het zaad van Jakob niet gezegd: Zoekt Mij te vergeefs; Ik ben de HEERE, Die gerechtigheid spreekt, Die rechtmatige dingen verkondigt.
Het is altijd de bedoeling geweest dat de geheele wereld de Goddelijke openbaring zoude hooren. God heeft bijvoorbeeld altijd aan de heidensche wereld verkondigd dat hunne afgoden niets waren.
Jesaja 45:20 Verzamelt u, en komt, treedt hier toe samen, gijlieden, die van de heidenen ontkomen zijt! Zij weten niets, die hunne houten gesneden beelden dragen, en eenen god aanbidden, [die] niet verlossen kan.
Jesaja 45:21 Verkondigt en treedt hier toe, ja, beraadslaagt samen: wie heeft dat laten hooren van ouds her? Wie heeft dat van toen af verkondigd? Ben Ik het niet, de HEERE? en er is geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik.
God heeft zijn woord van ouds her laten hooren. Hij heeft zijn Woord nooit verborgen gehouden: de Bijbel is van de vroegste tijden af door de geheele wereld verspreid geweest.
Jesaja 45:22 Wendt U naar Mij toe; wordt behouden, alle gij einden der aarde! want Ik ben God, en niemand meer.
Jesaja 45:23 Ik heb gezworen bij Mijzelven, er is een woord der gerechtigheid uit Mijnen mond gegaan, en het zal niet wederkeeren: dat Mij alle knie zal gebogen worden, alle tong [Mij] zal zweren.





woensdag 3 juli 2019

De oude Statenvertaling: de eenige zuivere en volledige Bijbelvertaling

Volgens den Bijbel moeten wij in de oude paden wandelen. Honderden jaren lang hebben wandelaars namelijk de oude paden gebruikt en alzoo zijn deze oude paden door den tijd beproefd en gebleken betrouwbaar en veilig te zijn.
Jeremia 6:16 Zoo zegt de HEERE: Staat op de wegen en ziet toe, en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg zij, en wandelt daarin, zoo zult gij rust vinden voor uwe ziel; maar zij zeggen: Wij zullen [daarin] niet wandelen.
Daarom moeten wij ook eene Bijbelvertaling kiezen die door den tijd beproefd is en dus betrouwbaar is. Wat is nu de oudste en beste Bijbelvertaling in het Nederlandsch? De oude Statenvertaling, die oorspronkelijk verschenen is in het jaar des Heeren 1637. Zelfs hare vijanden erkennen dat zij eene uitstekende vertaling is. Hoe kunnen zij ook anders? Zij trachten den Statenbijbel te belasteren door hem ervan te beschuldigen te moeilijk te zijn, of te oud te zijn, maar hem ervan te beschuldigen eene slechte vertaling te zijn kunnen zij niet. Dat soort laster zoude teveel in het oog loopen, zij zouden zichzelven alleen maar bespottelijk maken. Want iemand die het waarachtige Woord van God verwerpt, heeft geene wijsheid in zich.
Jeremia 8:9 De wijzen zijn beschaamd, verschrikt en gevangen; ziet, zij hebben des HEEREN woord verworpen, wat wijsheid zouden zij dan hebben?
Het is niet zoo dat dat de hedendaagsche, moderne Bijbelvertalingen in den loop der tijden ook zullen blijken betrouwbaar te zijn. Christenen zullen over honderden jaren de nieuwe Bijbelvertalingen dezer eeuw zeker niet als eene getrouwe weergave van Gods Woord beschouwen. Zij zijn namelijk niet betrouwbaar en dat kunnen wij makkelijk aantoonen. De moderne vertalingen laten namelijk heele gedeelten van den Bijbeltekst weg. Vaak staan deze geschrapte gedeelten dan tusschen blokhaken, of schuin gedrukt of in eene voetnoot met eene opmerking als ,,andere handschriften bevatten ook nog dezen tekst'' of ,,dit vers staat niet in alle handschriften.’’ 

Ook de misleidend genaamde Herziene Statenvertaling uit 2010 doet dit. Soms gaat het zelfs om groote gedeelten, zooals het prachtige verhaal van de overspelige vrouw in Johannes hoofdstuk 8, dat in de moderne vertalingen schaamteloos in twijfel wordt getrokken. Maar er kan heelemaal geen twijfel bestaan omtrent den tekst van den Bijbel! Is het Woord van God nu eeuwig en onveranderlijk of niet? Wat zegt de Bijbel nou?
Psalm 12:7 De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in eenen aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal.
Psalm 12:8 Gij, HEERE, zult ze bewaren, Gij zult ze behoeden voor dit geslacht tot in eeuwigheid.
God heeft beloofd om zijn Woord eeuwig te behoeden en te bewaren! Dat beteekent dat het Woord van God onveranderlijk is en er nooit een gedeelte verloren kán gaan. Daarom zijn dit soort voetnoten over ,,ontbrekende teksten in andere handschriften’’ belachelijk. De Bijbel zegt keer op keer dat hij eeuwig en volstrekt onveranderlijk is, maar deze nieuwe vertalingen zetten doodleuk in eene voetnoot dat de Bijbel toch veranderd is. Neen, zij liegen. Er zijn geene ontbrekende gedeelten in den Bijbel.

Wat zij in hunne voetnoten niet zeggen is dat er twee verminkte handschriften van den Bijbel zijn, slechts twee van de honderden overgeblevene handschriften, waarin vele teksten geschrapt zijn. Deze twee handschriften worden de Codex Vaticanus en de Codex Sinaiticus genoemd, die onderling ook nog eens sterk verschillen. Alle moderne Bijbelvertalingen zijn om onbegrijpelijke redenen gegrond op deze twee verminkte handschriften, alleen de oude Statenvertaling is dat niet. Wij weten door het geloof alleen al dat deze twee handschriften valsche handschriften zijn, omdat God heeft beloofd om zijne woorden te bewaren en te behoeden voor dit geslacht tot in eeuwigheid. Als honderden handschriften eenen tekst wel hebben, maar in twee handschriften die tekst niet staat, dan hebben de schrijvers van die twee handschriften opzettelijk teksten uit den Bijbel verwijderd. Dat kan niet anders.
Maar het is ten strengste verboden om gedeelten uit den Bijbel weg te laten, zooals deze beide handschriften en alle moderne vertalingen met hen doen. De Bijbel zegt namelijk uitdrukkelijk in zijn laatste hoofdstuk:
Openbaring 22:18 Want ik betuig aan een' iegelijk die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal over hem toedoen de plagen die in dit boek geschreven zijn;
Openbaring 22:19 en indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is.
Gij zoudt wellicht kunnen zeggen: als het in eene voetnoot staat, dan is het toch niet daadwerkelijk verwijderd? Dan is het toch eigenlijk niet zoo erg? Maar neen, het is des te erger. Met hunne voetnoot willen zij twijfel zaaien in uw hart, twijfel omtrent de eeuwige onveranderlijkheid van het Woord van God. En hetzelfde deed de duivel in het paradijs. God had uitdrukkelijk verboden om van den boom der kennis des goeds en des kwaads te eten, maar de Satan zaaide twijfel in het hart van Eva, toen deze slang het uitdrukkelijke verbod des Heeren in twijfel trok met de woorden ,,is het ook, dat God gezegd heeft?''
Genesis 3:1 De slang nu was listiger dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had; en zij zeide tot de vrouw: Is het ook dat God gezegd heeft: Gijlieden zult niet eten van allen boom dezes hofs?
Deze misleiding van den duivel heeft de menschheid in de ellende gestort waarin zij tot op heden verkeert. Want dat gebeurt er als iemand aan de waarheid der Schiftuur twijfelt: hij verzoekt God en werpt zich in het verderf. En dat is nu juist wat de duivel wil, zooals de Heere Jezus duidelijk leerde in zijne gelijkenis van eenen zaaier die uitging om zijn zaad te zaaien. Het zaad is hierbij een zinnebeeld van het Woord van God. Een gedeelte van het zaad viel echter niet in den vruchtbaren grond, maar bij den weg en werd vertreden en de vogelen des hemels aten dat op.
Lukas 8:11 Dit is nu de gelijkenis: Het zaad is het Woord Gods.
Lukas 8:12 En die bij den weg [bezaaid worden], zijn dezen die hooren; daarna komt de duivel en neemt het Woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden gelooven en zalig worden.
Ziet gij de overeenkomst? Satan zaait twijfel omtrent de redenen des Heeren, de moderne vertalingen zaaien twijfel omtrent de volmaakte behoudenis van den Bijbel. Satan neemt het Woord van God uit de harten der menschen weg en de nieuwe vertalingen nemen heele gedeelten uit den Bijbel weg. Alleen de Statenvertaling doet dit niet en daarom is de eenige betrouwbare Bijbelvertaling in het Nederlandsch de Statenvertaling.