maandag 27 juli 2020

Jezus Christus is God Almachtig - Emmanuël - God is een geest, God is een mensch, er is maar één God


Waar is de geboren Koning der Joden?

In de dagen van den Romeinschen keizer Augustus, nu bijna twee duizend jaren geleden, waren eenige mannen bezig met eene lange reis. Het waren niet zoomaar mannen, neen, het waren, voorname, geleerde mannen uit een ver Oostersch land. Het waren wijzen uit het Oosten. Na eenen langen tocht door onmetelijke woestijnen kwamen ze uit bij eene zeer oude stad, eene stad die door het heele Romeinsche Rijk bekend stond om hare schoonheid. Machtige koningen hadden ooit over deze stad geregeerd. Deze stad was Jeruzalem. De wijzen uit het Oosten hadden groote schatten bij zich: goud, wierook en mirre. En niet voor niets, want zij wilden hunne eer bewijzen aan eenen pasgeboren koning. De bewoners van Jeruzalem zagen onmiddellijk dat de reizigers voorname lieden waren, want zij werden gelijk toegelaten tot den koning Herodes. Niet iedereen mag zoomaar op bezoek komen bij eenen koning! Deze Oostersche wijzen vroegen aan den koning Herodes: ,,Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijne ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.” (Mattheüs 2:2). Herodes wist niet wat hem overkwam. Wijze mannen uit het Oosten vroegen aan Herodes, die zelf koning was, waar de geboren Koning der Joden was. Maar Herodes wist van niets. Deze wreedaardige koning, die er zelfs niet voor terugdeinsde om alle jonge kinderkens in Bethlehem uit te moorden in eene poging zich te ontdoen van eenen toekomstigen Koning der Joden, deze koning Herodes onderscheidde de teekenen der tijden niet en was niet op de hoogte van den belangrijken tijd waarin hij leefde. Hij had geen flauw benul dat de Zaligmaker der wereld geboren was, de lang beloofde Messias. Verschrikt door de komst dezer Oostersche wijzen liet Herodes de wijzen van Jeruzalem bijeenroepen. Deze wijzen waren kenners van den Bijbel, zij waren de Schriftgeleerden. Herodes vroeg hun waar de Christus geboren zoude worden. Het bleek dat er reeds zeven eeuwen eerder een profeet geleefd had, die gezegd had dat de Zaligmaker in Bethlehem geboren zoude worden. De Schriftgeleerden lazen den koning Herodes de betreffende Schriftplaats uit het Oude Testament voor, te weten Micha 5:1. (Trouwens, als zij dit wisten, waarom gingen de Schriftgeleerden dan niet zelven op zoek naar den pasgeboren Zaligmaker? Hoe kan het toch altijd, dat zulke lieden die zich uitgeven voor wijzen weliswaar den Bijbel kennen met hun verstand, maar dat het Woord van God in het geheel niet doordringt tot hun hart? Zooals het geschreven is in 1 Korinthe 1:20: ,,Waar is de wijze? Waar is de Schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?”) Toen Herodes deze profetie uit Micha 5:1 hoorde zond hij de wijzen uit het Oosten naar Bethlehem. Maar het was niet Herodes die de wijzen op den goeden weg stuurde, God zelf leidde hen op den rechten weg naar den Zaligmaker. Zooals God de kinderen van Israël bijna vijftien eeuwen eerder na hunnen uittocht uit Egypte door eene vuurkolom naar het beloofde land had geleid, zoo leidde God nu de wijzen door eene lichtende ster naar den Christus. De helderste ster aan den hemel, de morgenster, is namelijk een Bijbelsch zinnebeeld of symbool van het licht der wereld, onze Heere Jezus. Dit kunt gij lezen in de Openbaring van Johannes 22:16. En de ster die de wijzen leidde bleef stilstaan boven de plaats waar het pasgeboren kindeke Jezus was. Eindelijk hadden de wijzen het eindpunt van hunne lange, vermoeiende reis bereikt. Wat zullen zij zich verheugd hebben op het aanschouwen van den Koning der Joden! Maar toen de wijzen uit het Oosten het huis binnengingen, gebeurde er iets opmerkelijks. Er staat in Mattheüs 2:11a: ,,En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijne moeder; en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden”. Let goed op deze woorden. Zij hebben het Kind – aanbeden! Er staat niet dat de wijzen het kindeke eerden als een toekomstig groot koning, neen, er staat dat de wijzen het kindeke Jezus aanbaden, aanbaden dus als eenen God! Maar waarom? Waarom aanbaden deze wijzen een pasgeboren kind als eenen God?

God met ons

Jezus was geen gewoon kind. Wíj zijn allen nakomelingen van den eersten man, Adam, maar Jezus is dat niet. Jezus is weliswaar de zoon van eene vrouw, maar hij had geenen aardschen vader. De vrouw uit wie Jezus geboren was, was eene reine maagd, die geenen man bekend had, genaamd Maria. Dit kunt gij lezen in Lukas 1:34. Maria werd niet zwanger door eenen man, maar door den Heiligen Geest Gods. Er is namelijk geschreven: ,,De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want als Maria, Zijne moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.” (Mattheüs 1:18). Maria was zwanger bevonden, niet uit haren verloofde Jozef, maar uit den Heiligen Geest. Dat beteekent niets minder dan dat Jezus niet alleen de zoon van zijne moeder Maria is, maar ook de Zoon van God is! Jezus heeft dus eene menschelijke natuur, naar zijne moeder Maria, maar ook eene goddelijke natuur, naar den Heiligen Geest Gods. Daarom staat er in Mattheüs 1:22: ,,En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: 23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en eenen Zoon baren, en gij zult Zijnen naam heeten Emmanuël; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.” God... met... ons...! Het kindeke Jezus zoude worden genaamd ,,God met ons”. Waarom? Waarom heet het kindeke Jezus ,,God met ons”? In Jezus is God met ons. Waarom? Zou het kunnen dat God in Jezus mensch is geworden, zoodat God op de meest innige wijze mét ons kan zijn, namelijk door in onze menschelijke natuur te deelen? Beteekent dit, dat Jezus God is? Wat zegt de Bijbel?
Reeds in het Oude Testament staat het antwoord. Bijna acht eeuwen voor de geboorte van het kindeke Jezus leefde er een groot profeet, genaamd Jesaja. Deze profeet heeft heel veel geschreven over den komenden Messias, zooveel en zoo nauwkeurig dat Jesaja soms geschreven lijkt te zijn nadat Jezus geboren was. Het boek Jesaja lijkt soms onderdeel te zijn van het Nieuwe Testament, als een vijfde evangelie. Maar dat is het niet. Het boek Jesaja is bijna duizend jaren vóór het Nieuwe Testament opgesteld. En toch heeft Jesaja zoovele bijzonderheden over het leven van Jezus voorzegd. Het is een wonder. En wat zei Jesaja over het kindeke Jezus, bijna duizend jaren voor zijne geboorte? Dat kunt gij lezen in Jesaja 9:5. Daar staat: ,,Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijnen schouder; en men noemt Zijnen naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; 6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.” Jesaja voorzegde dus dat er een kind geboren zoude worden, een uiterst belangrijk koning, en hoe noemt men zijnen naam? Wat staat er? ,,Sterke God”! Hoe noemt men het kindeke? ,,Vader der eeuwigheid”! Het kindeke Jezus, geboren uit den maagd Maria door den Heiligen Geest, was dus niemand minder dan… God Almachtig zelf!

God is geopenbaard in het vleesch

We weten nu dat Jezus inderdaad God Almachtig is, maar we hebben ook gezien dat Jezus geboren is uit de maagd Maria. Hoe kan dit? Wat is Jezus eigenlijk? Is hij nu God, of is hij een mensch? Welnu, de Bijbel is hier heel duidelijk over. Onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus is volledig God… én volledig mensch. Twee duizend jaren geleden werd God geboren als mensch. Niet dat God toen ontstond, want God heeft geen ontstaan: Hij is altijd geweest. Zooals Mozes zeide in Psalm 90:2: ,,Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.” God heeft altijd bestaan, maar twee duizend jaren geleden werd Hij mensch. Hoe kan dit? God weet het, maar dit is voor de menschen verborgen, wij kunnen dat niet begrijpen. Daarom staat er in 1 Timotheüs 3:16a: ,,En buiten allen twijfel, de verborgenheid der Godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vleesch”. God is geopenbaard in het vleesch! In Johannes 4:24a staat: ,,God is een Geest”, maar wij zijn van vleesch. In Jezus is God, die een Geest is, óók vleesch geworden. God is in Jezus mensch geworden. In Kolossensen 2:9 staat daarom: ,,Want in Hem [dat is, in Jezus] woont al de volheid der Godheid lichamelijk.” Jezus is volledig mensch én volledig God. In Jezus is het Woord van God vleesch geworden. Er is namelijk geschreven in Johannes 1:1: ,,In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.” Vers veertien vult aan: ,,En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.” Het Woord van God heeft onder ons gewoond, als één van de onzen!
Waarom hebben de wijzen uit het Oosten derhalve zóóveel moeite gedaan, zulk eene lange, moeizame reis ondernomen, om een kindeke te bezoeken? Omdat het kindeke Jezus niemand minder dan God Almachtig is. Dáárom aanbaden de wijzen uit het Oosten het kindeke Jezus, zij aanbaden God Almachtig die mensch geworden was. Dáárom stond er in Mattheüs 1:23 dat de naam van het kindeke in het Hebreeuwsch geheeten zoude worden ,,Emmanuël: hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.Want in Jezus is God met ons, letterlijk met ons, God als mensch met ons.



Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

zondag 19 juli 2020

Samenzweringsbijbels - verminkte Statenvertalingen, de Herziene Statenvertaling en nieuwe Bijbelvertalingen


De Statenvertaling verscheen voor het eerst bijna vier eeuwen geleden, in 1637. In dezen tijd is de tekst van den Statenbijbel niet heelemaal gelijk gebleven, er hebben enkele veranderingen plaatsgevonden. In mijne vorige filmpjes heb ik aangetoond dat deze veranderingen nooit ingrijpend van aard waren. Het gaat eigenlijk altijd om uiterst behoudende wijzigingen. De spelling is bijvoorbeeld aangepast aan de thans gebruikelijke spelling: het zeventiende eeuwsche ,,aerde” met A.E. is bijvoorbeeld gewijzigd in ,,aarde” met A.A. Verder zijn enkele verouderde woorden licht gewijzigd, zoo is ,,boosdoenders” veranderd in ,,boosdoeners”. Voorts zijn enkele woorden waarvoor men zich thans schaamt, zooals ,,wijf”, veranderd in woorden met eene gelijke beteekenis, bijvoorbeeld ,,vrouw”. Tenslotte zijn sinds de negentiende eeuw in de meeste uitgaven der Statenvertaling de Latijnsche leenwoorden vertaald in Nederlandsche woorden. Het Latijnsche leenwoord ,,consciëntie” is sedertdien dus ,,geweten” geworden. Dit zijn allemaal uiterst kleine, behoudende wijzigingen en men mag dan ook rustig stellen dat de tekst der Statenvertaling feitelijk in die vier eeuwen niet wezenlijk is veranderd. Eigenlijk is er maar ééne wijziging die ik te ver vind gaan omdat de beteekenis niet heelemaal gelijk meer is: namelijk de wijziging van ,,die aan den wand pist” in 1 Samuël 25:22 in ,,dat mannelijk is”. Maar gij kunt gewoon in de kantlijn hiervan eene aanteekening maken en daarmede is dit euvel verholpen.
Misschien is de eene uitgave behoudender in hare wijzigingen dan de andere en wellicht bevat de eene uitgave minder drukfouten dan de andere, maar het belangrijkste is dat het overgroote gedeelte der uitgaven van den Statenbijbel door de eeuwen heen betrouwbaar is. Toch is er helaas ééne uitzondering. Er is eene bewerking der Statenvertaling geweest die veel verder is gegaan dan de hiervoor genoemde behoudende wijzigingen en die den tekst van den Statenbijbel wel degelijk wezenlijk heeft aangetast. Ik heb het over de zoogeheetene ,,samenzweringsbijbels”. Deze uitgaven zijn veel verder gegaan dan het veranderen van woorden als ,,wijf”, zij zijn uitgaven die zonder meer TE ver zijn gegaan. Deze ,,samenzweringsbijbels” noem ik zoo, niet omdat zij zouden voortkomen uit eene samenzwering, maar omdat in deze verminkte uitgaven het woord ,,samenzwering” voorkomt, terwijl dat woord oorspronkelijk heelemaal niet in den Statenbijbel staat! Zij veranderen namelijk het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12 in ,,samenzwering”. Er staat in Jesaja 8:12 in de juiste Statenbijbels: ,,Gijlieden zult niet zeggen: Eene verbintenis, van alles, waar dit volk van zegt: Het is eene verbintenis; en vreest gijlieden hunne vreeze niet, en verschrikt niet.In den oorspronkelijken tekst staat dus ,verbintenis’, maar de samenzweringsbijbels maken van eene verbintenis eene samenzwering.
Hoe kan dit? Eene verbintenis is iets heel anders dan eene samenzwering. Dus wat bedoelt God in Jesaja 8:12 eigenlijk, eene ,verbintenis’ of eene ,samenzwering’? Om dit te kunnen beoordeelen moet gij het volgende weten. In het hoofdstuk hiervoor, Jesaja hoofdstuk 7, staat dat de koning van Israël en de koning van Syrië optogen naar Jeruzalem om oorlog tegen haar te voeren. De inwoners van Juda waren hier zeer bevreesd om, maar God profeteerde door den mond van Jesaja dat de koning van Assyrië zoude optrekken tegen zoowel Israël als Syrië en hen zoude verslaan. Het moge duidelijk zijn dat Israël en Syrië dan geen gevaar meer zouden vormen voor Juda. Maar… Jesaja profeteerde vervolgens in hoofdstuk 8 dat de koning van Assyrië daarna Juda den oorlog zoude aandoen, als straf van God voor hun ongeloof. Jesaja profeteerde daarbij wel dat de Assyriërs uiteindelijk zouden falen in hunne belegering van Jeruzalem. De inwoners van Jeruzalem hadden dus niets te vreezen dan Gods toorn over hun ongeloof! Er staat daarom in Jesaja 7:9b: ,,Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.” Indien Juda de belofte des Heeren met betrekking tot hunne Goddelijke bescherming tegen hunne vijanden niet zoude gelooven, dan zoude God het volk van Juda straffen voor zijn ongeloof. Want, zooals het geschreven is: ,,zonder geloof is het onmogelijk [Gode] te behagen.” (Hebreën 11:6a). Daarom zeide de Heere God in Jesaja 8:13: ,,Den HEERE der heirscharen, Dien zult gijlieden heiligen, en Hij zij uwe vreeze, en Hij zij uwe verschrikking.De Heere is Almachtig. Als God het wil kan Hij een volk maken of breken. God is degene dien gij vreezen moet, en niet een volk, hoe machtig ook, want voor God zijn alle volken niets meer dan stof. Zooals het geschreven is in Jesaja 40:15: ,,Ziet, de volken zijn geacht als een druppel van eenen emmer, en als een stofje van de weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen als dun stof!Het was voor de inwoners van Jeruzalem derhalve niet van noode om bevreesd te zijn toen de volkeren tegen hen samenspanden om hen den oorlog aan te doen. De Heere God Almachtig stelt Zijn volk in Jesaja 8:9 gerust met de woorden: ,,Vergezelt u tezamen, gij volken! doch wordt verbroken; en neemt ter oore, allen gij, die in verre landen zijt, omgordt u, doch wordt verbroken; omgordt u, doch wordt verbroken! 10 Beraadslaagt eenen raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is met ons!Syrië en Israël konden samenspannen wat ze wilden, God zoude hunne plannen toch te niet maken.
De koning van Assyrië, genaamd Sanherib, is geheel volgens de profetie van Jesaja, in het veertiende jaar van den rechtvaardigen koning van Juda, Hizkia, opgekomen tegen de steden van Juda. Dit kunt gij lezen in 2 Koningen 18:13 en dit vond ongeveer zeven eeuwen voor Christus plaats. Het koninkrijk Juda was te zwak om zich te verdedigen tegen het machtige heir der Assyriërs. Maar zooals het geschreven is in 2 Korinthe 12:9: ,,En Hij [dat is, God] heeft tot mij [dat is, de apostel Paulus] gezegd: Mijne genade is u genoeg; want Mijne kracht wordt in zwakheid volbracht. Zoo zal ik dan veel liever roemen in mijne zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.En in Psalm 20:8: ,,Dezen [vermelden] van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.” Christenen ontlenen hunne kracht niet aan aardsche wapenen, maar aan God. Als God ons niet beschermt, dan kan al het oorlogstuig in de wereld ons niet redden, want: ,,zoo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.” (Psalm 127:1b). De mensch is van vleesch, maar God is een geest en daarom kan de mensch nooit overwinnen indien God dat niet wil. Aldus Jesaja 31:3: ,,Want de Egyptenaren zijn menschen, en geen God, en hunne paarden zijn vleesch, en geen geest; en de HEERE zal Zijne hand uitstrekken, dat de helper struikelen zal, en die geholpen wordt, zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen.Op deze wijze hebben de Bijbelsche helden van het geloof gezegepraald, namelijk om hun rotsvaste vertrouwen op den Heere, waardoor zij: ,,uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, [en] heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht;” (Hebreën 11:34). In 2 Koningen hoofdstuk 18 kunt gij lezen hoe de Assyriërs met een zwaar heir naar Jeruzalem optogen om voor de muren van Jeruzalem op schaamtelooze wijze den God van Israël te hoonen en te belasteren, bewerende dat onze God niet bij machte zoude zijn om Zijn volk te redden. In 2 Koningen hoofdstuk 19 kunt gij het aandoenlijke gebed van den koning Hizkia lezen, waarin hij God bad om verlossing, zeer wel beseffende dat hij zonder God verloren was, niets kunnende aanvangen tegen de Assyrische overmacht. En de Heere liet zich verbidden. Onze Almachtige God verlostte Juda op wonderbaarlijke wijze uit hunne drukkende benauwdheid. Er staat in 2 Koningen 19:35: ,,Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des HEEREN uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrië honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren doode lichamen.” Zoo zorgt de Heere onze God voor degenen die op Hem vertrouwen. ,,Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten”. (Hebreën 13:5b).
De vraag is nu: toen Israël en Syrië zich verbonden om Juda den oorlog aan te doen, was er toen sprake van eene samenzwering of niet? Het is waar dat de koning van Syrië en de koning van Israël zich verbónden om tegen Jeruzalem te kampen. Maar: het was eene openbare verbintenis, dat is: een verbond. Zooals ook in de kantteekening staat bij het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12: ,,Of, gelijk men nu spreekt: een ligue (verbond).In tegenstelling tot een verbond is eene samenzwering geene openbare verbintenis, geen openbaar verbond, maar eene geheime beraadslaging. En omdat zij geheim is wordt er bij eene samenzwering gezworen. Aan het zweren ontleent de samenzwering haren naam. Want bij eene openbare verbintenis zijn er getuigen aanwezig om aan de verbintenis kracht te verlenen, maar bij eene geheime beraadslaging kunnen er uit den aard geene getuigen aanwezig zijn, waardoor de geheime beraadslaging niet met getuigen wordt bevestigd, maar met eenen eed. Een treffend voorbeeld hiervan staat in Handelingen 23:12: ,,En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden eene samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben.Maar in Jesaja 8:12 is er heelemaal geene sprake van eene samenzwering! Israël en Syrië spanden openlijk samen om Jeruzalem den oorlog aan te doen. Het volk van Juda bedoelt met de uitspraak ,,het is eene verbintenis” dat er geene hoop meer is. Zij denken dat er tegen één ander volk nog wel te strijden is, maar tegen een verbond van volkeren vreezen zij niets aan te kunnen vangen. Er is dus sprake van zuivere lafhartigheid. Ondanks alle beloften van den Almachtige vreezen zij menschen. Daarom zegt God in Jesaja 8:12: ,,Gijlieden zult niet zeggen: Eene verbintenis, van alles, waar dit volk van zegt: Het is eene verbintenis; en vreest gijlieden hunne vreeze niet, en verschrikt niet.Wees niet bevreesd, want God zal hun goddeloos verbond te niet maken! En wij hebben gezien dat God zijne belofte is nagekomen. Zooals het geschreven is in Numeri 23:19: ,,God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens menschen kind, dat het Hem berouwen zou! zou Hij het zeggen, en niet doen? of spreken, en niet bestendig maken?
Dus het mogelijke duidelijk zijn: er is in Jesaja 8:12 geenszins sprake van eene samenzwering. Het gaat om eene openbare verbintenis. Toch zijn er in de twintigste eeuw dus uitgaven van de Statenvertaling verschenen die het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12 om duistere redenen hebben veranderd in ,,samenzwering”. Over den oorsprong van deze wijziging hoeven wij echter niet lang in het duister te tasten: moderne Bijbelvertalingen bevatten ook dit woord ,,samenzwering”, er is dus weêr eens sprake van den geest van het modernisme.
De valschelijk zoo genaamde ,,Herziene Statenvertaling” uit 2010 is eveneens een samenzweringsbijbel, ook zij heeft ,,verbintenis” veranderd in ,,samenzwering”. In mijn filmpje getiteld ,,De geschiedenis der Statenvertaling van 1637 tot nu” heb ik reeds aangetoond dat de Herziene Statenvertaling heelemaal niet de echte Statenvertaling is, maar niets meer dan eene moderne vertaling, een wolf in schaapskleêren, en dit is wederom een bewijs hiervoor.
Het moge duidelijk zijn dat eene verandering van ,,verbintenis” in ,,samenzwering” in het geheel niet vergelijkbaar is met eene verandering zooals ,,wijf” in ,,vrouw”. Dit is niet eene wijziging van een woord in een woord met eene gelijke beteekenis. ,,Samenzwering” heeft echt eene volstrekt andere beteekenis dan ,,verbintenis”! Is dit eene geoorloofde wijziging? Neen. Het is ten strengste verboden om den zin van het Woord van God te veranderen. De Heere waarschuwt in niet mis te verstane woorden in Openbaring 22:18: ,,Want ik betuig aan een’ iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; 19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is.Dit woord ,,samenzwering” is eene wijziging die te ver gaat. Zooals Spreuken 30:6 zegt: ,,Doe niet tot Zijne woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordet.’’
De samenzweringsbijbels zijn duistere uitgaven. Er staat op de titelbladzijde van deze Bijbels niets wat doet vermoeden dat de tekst veranderd is. Zij lijken in elk opzicht op de echte uitgaven van de Statenvertaling. Ook is het niet heelemaal duidelijk wat er naast het woord ,,samenzwering” nog meer veranderd is, maar eigenlijk is dat ook niet van belang, want ééne verminking is al erg genoeg. Zooals Jezus zeide in Mattheüs 5:18: ,,Want voorwaar zeg Ik u: totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.De jota en de tittel zijn de kleinste Hebreeuwsche leesteekens, en zelfs die mogen en zullen niet verloren gaan. Laat staan een heel woord, zooals het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12.
De samenzweringsbijbels schijnen niet uitgaven uit een bepaald jaar of van eenen bepaalden uitgever te zijn. Vaak werden zij uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap zelf, maar andere uitgevers hebben ze ook uitgegeven. De eenige uitgave die ik wel nauwkeurig kan aanwijzen is de uitgave van het Nederlandsch Bijbelgenootschap van 1977, de zoogenaamde ,,Tukkerbijbel”. Op de titelbladzijde van de Tukkerbijbels staat duidelijk ,,Editie 1977”. Dit was eene sterk gewijzigde Statenvertaling, waarin vele woorden waren veranderd. Het was eene poging van het Nederlandsch Bijbelgenootschap om de Statenvertaling te vereenvoudigen, maar het Godvreezende volk was afkeerig van deze uitgave en zij was ook maar kort verkrijgbaar. Het schijnt echter dat er ook vóór en na 1977 uitgaven der Statenvertaling bestonden waarin ,,samenzwering” in Jesaja 8:12 staat.
In 1951 kwam het Nederlandsch Bijbelgenootschap met eene nieuwe, moderne Bijbelvertaling, die lang bekend heeft gestaan als ,,de nieuwe vertaling”, die thans net als alle moderne vertalingen vóór haar in de vergetelheid is geraakt. Er doen geruchten de ronde dat het Nederlandsch Bijbelgenootschap gelijktijdig met deze moderne vertaling van 1951 ook den tekst van hare uitgaven van de Statenvertaling in wisselende mate heeft aangepast. Gij kunt dit lezen in het stuk getiteld ,,Gereformeerde Bijbelstichting geeft commissie-Tukker schuld van huidige verwarring”, verschenen in het Reformatorisch Dagblad van 16 augustus 1972. Maar omdat geen enkele uitgever openheid gaf over tekstwijzigingen in de Statenvertaling kan ik afgezien van Jesaja 8:12 niet zeggen in hoeverre de samenzweringsbijbels in dezen tijd nog meer zijn verminkt. Ook omdat men sinds de twintigste eeuw vaak geen jaartal van uitgave meer op de titelbladzijde van Bijbels plaatst, is het heel moeilijk te bepalen wanneer dit begon en wanneer dit eindigde.
Eén ding is wel zeker: samenzweringsbijbels bestaan. Ik raad dus aan bij het koopen van eenen tweedehandschen Bijbel uit de tweede helft der twintigste eeuw altijd na te gaan of Jesaja 8:12 zooals het hoort ,,verbintenis” bevat en niet het verkeerde ,,samenzwering”. Het schijnt dat dit woord ,,samenzwering” niet meer gebruikt is geworden in de nieuwere Statenbijbeluitgaven uit de 21ste eeuw, daar staat weêr gewoon ,,verbintenis”. En indien gij eenen samenzweringsbijbel blijkt te bezitten, dan moet gij niet schromen hem te vernietigen. Een verminkte Statenbijbel hoeft niet bewaard te blijven, een verminkte Statenbijbel is de titel Statenbijbel niet waardig en verdient het om aan de vergetelheid overgegeven te worden, hoeveel gij er ook voor betaald hebt. Zooals het geschreven is in Handelingen 19:19: ,,Velen ook dergenen, die ijdele [kunsten] gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren [penningen].
Het bestaan dezer samenzweringsbijbels is eene schande, zeker aangezien zij niet onmiddellijk als zoodanig herkenbaar zijn, tenzij u verteld is om Jesaja 8:12 te onderzoeken. Het doet denken aan wat Jezus zeide in Lukas 11:44: ,,Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeën, gij geveinsden! want gij zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de menschen, die daarover wandelen, weten het niet.Bij deze duistere uitgaven zullen menschen ten onrechte denken dat zij eene betrouwbare Statenvertaling hebben. Het is een gruwel om menschen zoo te misleiden. Gelukkig kunt gij zelf eenvoudig misleiding voorkomen door te kijken of in tweedehandsch Statenvertalingen uit de tweede helft der twintigste eeuw in Jesaja 8:12 ,,verbintenis” (goed) of ,,samenzwering” (fout) staat.
Maar deze samenzweringsbijbels vormen eene uitzondering. Het is niet van noode om vreesachtig te zijn omtrent de betrouwbaarheid van de uitgaven der Statenvertaling door de eeuwen heen, want God heeft beloofd dat hij zijn Woord ongeschonden zou bewaren. Aldus Psalm 12:7: ,,De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in eenen aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. 8 Gij, HEERE! zult hen bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid.En wij hebben nu wel gezien dat dit inderdaad voor de Statenvertaling geldt. Er is in den loop des tijds sprake geweest van enkele gewijzigde woorden, zooals ,,boosdoenders”, ,,wijf” en ,,consciëntie”, maar deze wijzigingen zijn in den regel uiterst behoudend geweest. ,,Wijf” en ,,vrouw” bijvoorbeeld hebben volkomen dezelfde beteekenis. Laat u dus vooral niet wijsmaken dat de Statenvertaling in den loop des tijds wezenlijk veranderd zoude zijn. Hare spelling is weliswaar aangepast aan de thans gebruikelijke spelling, en enkele woorden zijn veranderd in woorden met eene gelijke beteekenis, maar zij is en blijft de goede, oude Statenvertaling. En zij heeft zeker eene rijke geschiedenis, eene geschiedenis van bijna vier eeuwen. Maar die geschiedenis is den Bijbelkooper tot voordeel: want gij hebt vier eeuwen aan uitgaven der Statenvertaling om uit te kiezen. Indien gij het wenscht kunt gij eene antieke Statenvertaling aanschaffen uit de zeventiende of achttiende eeuw in de oorspronkelijke spelling, met de oorspronkelijke woorden en in het oorspronkelijke Gotische schrift; maar gij kunt ook eene goed leesbare tweedehandsche koopen uit de negentiende of twintigste eeuw, of gewoon eene nieuwe uitgave uit de 21ste eeuw. Maar welke uitgave gij ook kiest, ondanks kleine verschillen (zooals wij gezien hebben) is en blijft zij de Statenvertaling. Want: ,,Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.” (Jesaja 40:8)

Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.