zaterdag 12 december 2020

De doop met den Heiligen Geest

In het leven van den Christen neemt de doop eene belangrijke plaats in. Maar wat is de doop eigenlijk? De eerste profeet die openlijk den doop predikte was Johannes de Dooper, die net voor den Heere Jezus Christus geboren was en de komst van den Heere Jezus aankondigde. Er staat:


Mattheüs 3:1 En in die dagen kwam Johannes de Dooper, predikende in de woestijn van Judea,

Markus 1:4 Johannes was doopende in de woestijn, en predikende den doop der bekeering tot vergeving der zonden. 5 En al het Joodsche land ging tot hem uit, en die van Jeruzalem; en werden allen van hem gedoopt in de rivier de Jordaan, belijdende hunne zonden.


Johannes de Dooper doopte menschen in de rivier de Jordaan, dat wil zeggen dat hij hen daadwerkelijk onderdompelde in het water. Water staat voor reinheid. Omdat ons lichaam rein wordt door het baden in water, is de doop een zinnebeeld of symbool van onze reiniging van de zonde. Wij vinden dit zinnebeeld reeds in het Oude Testament. De Heere God zeide tegen de zondaren:


Ezechiël 36:25 Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden; van al uwe onreinigheden en van al uwe drekgoden zal Ik u reinigen.


Het moge duidelijk zijn dat water weliswaar de vuiligheid van ons lichaam kan verwijderen, maar niet de vuiligheid van onze ziel. Water kan ons niet reinigen van onze zonden. Wat wel? Het bloed van het Lam Gods, dat geslacht is voor onze zonden: het bloed van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus.


1 Johannes 1:7 Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zoo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijnen Zoon, reinigt ons van alle zonde.


De Heere Jezus, die zelf nooit gezondigd heeft, is in onze plaats voor onze zonden gestorven, heeft in onze plaats de doodstraf ondergaan, opdat wij niet meer hoeven te boeten voor onze zonden, maar in Hem eeuwig leven kunnen.


Jesaja 53:5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing geworden.


Toen Johannes de Dooper de menschen doopte, deed hij dat om hun te leeren dat zij reiniging van noode hadden. De reiniging door water moest de menschen wijzen op de ware reiniging der zonden, namelijk de reiniging door het bloed van den Heere Jezus Christus. Daarom predikte hij niet alleen den doop door water, maar ook hetgeen waar de doop door water voor staat: den doop door den Heiligen Geest. Johannes de Dooper zeide over den Heere Jezus:


Markus 1:8 Ik heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u doopen met den Heiligen Geest.


De doop met water en de doop met den Heiligen Geest zijn niet hetzelfde. Petrus schrijft namelijk:


1 Petrus 3:21 Waarvan het tegenbeeld, de doop, ons nu ook behoudt, niet die eene aflegging is der vuiligheid des lichaams, maar die eene vraag is van een goed geweten tot God, door de opstanding van Jezus Christus;


Petrus zegt dat de doop die ons behoudt, de doop die ons zalig maakt, niet de doop is die eene aflegging is der vuiligheid des lichaams, dat is de doop met water. De doop met water maakt ons niet zalig, neen, de doop met den Heiligen Geest maakt ons zalig. Daarom schreef Paulus:


Titus 3:5 Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijne barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes;


Het is mogelijk om gedoopt te zijn met den doop van Johannes den Dooper en toch niet gedoopt te zijn met den Heiligen Geest. Iedereen kan immers een bad nemen, maar alleen God kan den Heiligen Geest geven. Zoo staat er opgeteekend in de Bijbelsche geschiedenissen:


Handelingen 19:2 Zeide hij [dat is Paulus] tot hen [dat is, eenige discipelen te Efeze]: Hebt gij den Heiligen Geest ontvangen, als gij geloofd hebt? En zij zeiden tot hem: Wij hebben zelfs niet gehoord, of er een Heilige Geest is. 3 En hij zeide tot hen: Waarin zijt gij dan gedoopt? En zij zeiden: In den doop van Johannes.


Paulus veronderstelde dus dat toen de Efeziërs zeiden dat zij gedoopt waren, zij den doop met den Heiligen Geest bedoelden. Maar zij bedoelden slechts den zinnebeeldigen doop met water van Johannes den Dooper. Daarom onderwees Paulus den Efeziërs nader in het leerstuk van den doop.


Handelingen 19:4 Maar Paulus zeide: Johannes heeft wel gedoopt den doop der bekeering, zeggende tot het volk, dat zij gelooven zouden in Dengene, Die na hem kwam, dat is, in Christus Jezus.


De doop met water van Johannes den Dooper is de doop der bekeering, omdat Johannes met dezen doop den menschen leerde dat zij zich moesten bekeeren van hun ongeloof en moesten gelooven in Christus Jezus, die voor de zonden der geheele wereld zoude sterven, opdat hunne zonden door het bloed van Christus afgewasschen zouden worden en zij het eeuwige leven zouden hebben. De geschiedenis vervolgt:


Handelingen 19:5 En die [hem] hoorden, werden gedoopt in den Naam van den Heere Jezus; 6 En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met [vreemde] talen, en profeteerden.


De oplegging der handen, zijnde een zegenend gebaar, is net als de doop met water eene zinnebeeldige handeling van de ontvangst van den Heiligen Geest. Men kan zich echter elken dag baden en elken dag handen opgelegd krijgen zonder ooit den Heiligen Geest te ontvangen. Het gaat immers slechts om uitbeeldingen van geestelijke zaken. Dus hoe krijgt men den Heiligen Geest dan wel? Jezus zeide:


Johannes 7:38 Die in Mij gelooft, gelijkerwijs de Schrift zegt, stroomen des levenden waters zullen uit zijnen buik vloeien. 39a (En dit zeide Hij [dat is, Jezus] van den Geest, Denwelken ontvangen zouden, die in Hem gelooven;


Degenen die gelooven in den Heere Jezus Christus, die zullen den Heiligen Geest ontvangen, die zullen dus gedoopt worden met den Heiligen Geest. Welnu, wat gebeurt er als gij gedoopt wordt met den Heiligen Geest? Wanneer gij gelooft, sterft uw oude, zondige wezen met Christus, en wordt gij door den Heiligen Geest levend gemaakt tot een nieuw wezen, dat gevormd is naar Christus. Daarom schreef Paulus:


Romeinen 6:3 Of weet gij niet, dat zoovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijnen dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de dooden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzoo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden.

2 Korinthiërs 5:17 Zoo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel: het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden!


Indien gij gedoopt zijt met den Heiligen Geest, dan leeft gij niet meer, neen, Christus leeft in u.


Galaten 2:20 Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, [doch] niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.


En ten bewijze dat God den Heiligen Geest niet onthoudt van dengenen die in Hem gelooven, geef ik u het volgende vers:


Lukas 11:13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uwen kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelsche Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?


Indien gij van harte in onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus gelooft, bidt dan uwen hemelschen Vader of ook gij gedoopt moogt worden met den Heiligen Geest, en de Heere God zal uw gebed voorzeker verhooren.



Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

vrijdag 23 oktober 2020

Jezus zeide: uw geloof heeft u behouden

 

Markus 10:52, in de eenige betrouwbare Bijbelvertaling, de oude Statenvertaling: En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende, en volgde Jezus op den weg.


Dit is niet de eenige plaats waar onze Heere Jezus Christus dit zegt. In de Heilige Schriftuur staat maar liefst acht maal opgeteekend dat Jezus zeide: ,,uw geloof heeft u behouden.” Wij moeten derhalve groot belang stellen in deze uitspraak. Jezus zeide niet: ,,gij hebt uzelven behouden”, hij zeide ook niet: ,,het geloof dat ik u gegeven heb heeft u behouden”, neen, onze Heere Jezus zeide zeven maal: ,,úw geloof heeft u behouden.” En wat beteekent het dat wij behouden worden door óns geloof? Het Evangelie van Johannes geeft ons het antwoord:


Johannes 3:16 Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren’ Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. 17 Want God heeft Zijnen Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordeelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. 18 Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alreede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eeniggeboren’ Zoons van God. 36 Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.


Gij hebt gezondigd in uw leven en wie slecht is verdient straf. Daarom gaan menschen dood en na hunnen dood naar de hel. Maar dit is niet de wil van God. De Heere Jezus wil juist dat wij leven. God is daarom mensch geworden en heeft in onze plaats aan het kruis de doodstraf ondergaan voor onze zonden, zoodat wij niet verloren gaan, maar het eeuwige leven krijgen. Daarom staat er over den Heere Jezus:


1 Johannes 2:2 En Hij is eene verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor [de zonden] der geheele wereld.


Het eeuwige leven is eene gift van God aan u. En voor eene gift hoeft gij niets te doen, gij moet haar enkel aannemen. Anders is het immers geene gift. En gij krijgt deze gave des eeuwigen levens indien gij gelooft in dengene die voor uwe zonden gestorven is, den Heere Jezus Christus. Daarom zeide Jezus in Markus 10:52: ,,Uw geloof heeft u behouden.

Maar nu zegt de Bijbel:


Genesis 6:5 En de HEERE zag, dat de boosheid des menschen menigvuldig was op de aarde, en al het gedichtsel der gedachten zijns harten te allen dage alleenlijk boos was.


Hoe kunnen wij behouden worden door ons geloof, indien al onze gedachten altijd alleen maar boos zijn? Welnu, Paulus geeft het antwoord:


Romeinen 7:18 Want ik weet, dat in mij, dat is, in mijn vleesch, geen goed woont; want het willen is [wel] bij mij, maar het goede te doen, dat vind ik niet.


Wij kunnen wel willen goed te zijn, maar het goede te doen, dat kunnen wij niet. Wij kunnen ons wel voornemen om ons gansche leven ons aan al de geboden Gods te houden en niets dan goede werken te verrichten, maar dat voornemen daadwerkelijk te volvoeren, dát kunnen wij niet. Juist daarom moest Jezus in onze plaats boeten voor onze zonden.

[Genesis 6:5] Onze gedachten zijn altijd alleen maar boos, maar het evangelie is niet ónze gedachte. Wij hebben het evangelie niet verzonnen en dat kunnen wij ook niet. God heeft ons het evangelie des vredes geopenbaard in Zijn Woord, de Heilige Schriftuur. Als Jezus derhalve in Markus 10:52 en andere plaatsen zegt: ,,uw geloof heeft u behouden”, dan beteekent dit ook: ,,uw geloof in hetgeen Ik u geopenbaard heb, uw geloof in hetgeen Ik voor u gedaan heb, uw geloof in Mij heeft u behouden”. Óns geloof in de zaligheid van Hém. Wij gelooven Hem letterlijk op zijn Woord.

Wij hebben derhalve eenen vrijen wil om den Heere te dienen of niet. De Bijbel is daar heel duidelijk over. Toen koning David namelijk voorbereidingen trof om den tempel in Jeruzalem te bouwen, toen gaf het volk tot dit goede werk vrijwillig zilver en goud.


1 Kronieken 29:9 En het volk was verblijd over hun vrijwillig geven, want zij gaven met een volkomen hart den HEERE vrijwillig; en de koning David verblijdde zich ook met groote blijdschap.


Als God het zegt dan is het zoo. Gij beschikt over eenen vrijen wil om den Heere uwen God te dienen. Maar deze vrije wil doet niets af aan de heerlijkheid Gods, want God had hun de rijkdommen eerst geschonken, die zij vervolgens zelven vrijwillig schonken voor den tempelbouw. Daarom zeide koning David:


1 Kronieken 29:14 Want wie ben ik, en wat is mijn volk, dat wij de macht zouden verkregen hebben, om vrijwillig te geven als dit is? Want het is alles van U, en wij geven het U uit Uwe hand.


Zoo is het ook met onze zaligheid door het geloof. Jezus heeft de wereld eerst liefgehad, daarom kunnen wij Hem liefhebben.


1 Johannes 4:19 Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.


De mogelijkheid tot behoudenis door het geloof in den Zaligmaker is een geschenk van God. Daarom zeide Paulus:


2 Korinthe 9:15 Doch Gode zij dank voor Zijne onuitsprekelijke gave.


De onuitsprekelijke gave van het eeuwige leven hebben wij geenszins verdiend, maar is als vrije gave afkomstig van God en van Hem alléén. Wij zijn immers niet voor Christus aan het kruis gestorven, neen, Christus is voor ons aan het kruis gestorven. De zaligheid komt uit Hem en uit Hem alléén. En als wij den wil hebben om deze gave aan te nemen, indien wij den wil hebben om door het geloof in den Heere Jezus zalig te worden, dan heeft ons geloof in dengene die ons zalig maakt ons behouden. Dát zegt Jezus in Markus 10:52 en andere plaatsen.

Want als Jezus zich niet aan ons kenbaar had gemaakt, dan hadden wij ook niet in Hem kunnen gelooven. God zegt namelijk:


Romeinen 3:11 Er is niemand, die verstandig is, er is niemand, die God zoekt.


Er is niemand die uit zichzelven God zoekt, daarom heeft God zich aan de menschheid geopenbaard. Jezus is een lichtbaken dat schijnt in deze duistere wereld, zoodat wij tot het licht kunnen gaan, opdat wij in staat zijn om Hem te zoeken.


Johannes 8:12 Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.


Zonder de openbaring, zonder het Woord van God, kunnen wij daarom nooit zalig worden. Daarom zeide Jezus:


Mattheüs 4:4b De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.


En hoe ontstaat het geloof in uw hart? Uitsluitend door het hooren van het Woord van God.


Romeinen 10:17 Zoo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.


Daarom vermaande koning David zijnen zoon Salomo, die na hem koning zoude worden:


1 Kronieken 28:9 En gij, mijn zoon Salomo! ken den God uws vaders, en dien Hem met een volkomen hart en met eene willige ziel; want de HEERE doorzoekt alle harten, en Hij verstaat al het gedichtsel der gedachten; indien gij Hem zoekt, Hij zal van u gevonden worden, maar indien gij Hem verlaat, Hij zal u tot in eeuwigheid verstooten.


Weet gij nog wat Paulus zeide in Romeinen 7:18? Hij zeide: ,,want het willen is [wel] bij mij”. Wij hebben eenen vrijen wil en het eenige dat gij moet doen om zalig te worden is den Heere Jezus als uwen Zaligmaker te willen aannemen. Want indien gij wilt, dan zal uw geloof u behouden. Jezus zeide:


Johannes 6:37 Al wat Mij de Vader geeft, zal tot Mij komen; en die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen.

Openbaring 3:20 Zie, Ik sta aan de deur, en Ik klop; indien iemand Mijne stem zal hooren, en de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij met Mij.

Openbaring 22:17 En de Geest en de bruid zeggen: Kom! En die het hoort, zegge: Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water des levens om niet.


Die wil, neme het water des leven om niet! Indien gij wilt, kunt gij tot den Heere Jezus komen, ten einde zalig te worden. Dit beteekent dat indien gij Jezus kende en toch niet niet zalig wordt, dat indien gij naar de hel gaat, dit door niets anders komt dan dat gij Jezus verworpen hebt, dat gij dus niet tot Jezus wilde komen. Want de Heere Jezus zeide tot dezulken:


Johannes 5:40 En gij wilt tot Mij niet komen, opdat gij het leven moogt hebben.


Wilt gij tot Hem komen, of wilt gij niet tot Hem komen? Dat is de belangrijkste vraag van uw leven. Want:


Johannes 3:36 Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.

2 Thessalonicensen 1:8 Met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn:


Vreest dus niet, maar gelooft. Bidt den Heere Jezus om u te hulp te komen. Zooals het geschreven is:


Markus 9:24 En terstond de vader des kinds, roepende met tranen, zeide: Ik geloof, Heere! kom mijne ongeloovigheid te hulp!


En dat zal Hij doen. Want Jezus zeide:


Lukas 11:10 Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden. 11 En wat vader onder u, dien de zoon om brood bidt, zal hem eenen steen geven? of ook om eenen visch, zal hem voor eenen visch eene slang geven? 12 Of zoo hij ook om een ei zou bidden, zal hij hem een’ schorpioen geven? 13 Indien dan gij, die boos zijt, weet uwe kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelsche Vader den Heiligen Geest geven dengenen, die Hem bidden?


Gij zijt boos, maar ondanks uwe boosheid weet gij uwe kinderen goede gaven te geven. Gij zijt boos, maar ondanks uwe boosheid zijt gij in staat te gelooven in den Heere Jezus die de zondaars zalig maakt, indien gij het maar wilt. Daarom:


Lukas 12:32 Vreest niet, gij klein kuddeken! want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven.

Markus 5:36b Vrees niet: geloof alleenlijk!

 


Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

donderdag 17 september 2020

Wet van Mozes of geloof in Jezus?

 

Wie gaan er eigenlijk naar den hemel? Vele menschen denken dat ze wel naar den hemel zullen gaan omdat zij over het algemeen een goed leven leiden. Maar als menschen naar den hemel kunnen gaan door een goed leven te leiden, waarom moest Jezus Christus dan voor onze zonden aan het kruis sterven? Hoe zit dit eigenlijk?

In het Oude Testament heeft de Heere God aan zijn’ profeet Mozes zijne Wet geopenbaard. Gods Wet wordt naar dezen profeet ,,de Wet van Mozes” genoemd. De beroemde Tien Geboden zijn de eerste tien wetten van de Wet van Mozes. De Bijbel zegt heel duidelijk dat indien iemand zich volledig aan de Wet van Mozes houdt, hij rechtvaardig is voor God en nooit sterven zal.


Romeinen 10:5 Want Mozes beschrijft de rechtvaardigheid, die uit de Wet is, [zeggende]: De mensch, die deze dingen doet, zal door dezelve leven.


Maar het is niet genoeg als iemand zich slechts aan een gedeelte van de Wet houdt. Gij moet u aan de geheele Wet van Mozes houden indien gij rechtvaardig wilt zijn in de oogen van God. Mozes profeteerde namelijk:


Deuteronomium 28:58 Indien gij niet zult waarnemen te doen al de woorden dezer Wet, die in dit boek geschreven zijn, om te vreezen dezen heerlijken en vreeselijken Naam, den HEERE, uwen God; 59 Zoo zal de HEERE uwe plagen wonderlijk maken, mitsgaders de plagen van uw zaad; het zullen groote en gewisse plagen, en booze en gewisse krankten zijn.


Gij moet waarnemen te doen al de woorden der Wet van Mozes. Alle geboden, niet één uitgezonderd.


Jakobus 2:10 Want wie de geheele Wet zal houden, en in één zal struikelen, die is schuldig geworden aan alle.


Dit is in overeenstemming met ons gezond verstand. Want als iemand een’ moord pleegt en voor den rechter staat, dan kan hij zich niet verontschuldigen door op zijne goede daden te wijzen. Al heeft een moordenaar een voorbeeldig leven geleid, al heeft hij nooit iets anders in zijn leven fout gedaan – hij is en blijft een moordenaar en hij zal als moordenaar worden gestraft. Daarom zegt de Bijbel:


Ezechiël 18:24 Maar als de rechtvaardige zich afkeert van zijne gerechtigheid, en onrecht doet, doende naar al de gruwelen, die de goddelooze doet, zou die leven? Al zijne gerechtigheden, die hij gedaan heeft, zullen niet gedacht worden; in zijne overtreding, waardoor hij overtreden heeft, en in zijne zonde, die hij gezondigd heeft, in die zal hij sterven.


Het klopt dat indien gij u uw heele leven aan de geheele Wet gehouden had, gij een goed en rechtvaardig mensch zoudt zijn, die aansprak zoude hebben op alle Goddelijke zegeningen. Maar hebt gij u daadwerkelijk aan al Gods geboden gehouden? De Wet van Mozes gebiedt ons bijvoorbeeld:


Deuteronomium 6:5 Zoo zult gij den HEERE, uwen God, liefhebben met uw gansche hart, en met uwe gansche ziel, en met al uw vermogen.


Hebt gij den Heere, uwen God, uw gansche leven met heel uw hart liefgehad? Hebt gij nooit eenig smadelijk verwijt tegen uw’ Schepper gedacht? Verder gebiedt ons de Wet:


Leviticus 19:18b gij zult uwen naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!


Hebt gij uw gansche leven lang uwen naaste liefgehad als uzelven? Is er nooit eenige haat of nijd jegens uwen naaste in uw hart opgekomen? Want Johannes geeft ons de diepe beteekenis van dit gebod:


1 Johannes 4:20 Indien iemand zegt: Ik heb God lief; en haat zijnen broeder, die is een leugenaar, want die zijnen broeder niet liefheeft, dien hij gezien heeft, hoe kan hij God liefhebben, dien hij niet gezien heeft?


Laten wij eerlijk zijn: gij hebt in uw leven Gods geboden overtreden. En sedert gij gezondigd hebt zijt gij geen goed mensch meer, maar een breker van Gods Wet. De Wet van Mozes is bedoeld als zegen, omdat wij leven zullen indien wij ons aan haar houden, maar zij is ons geworden tot een’ vloek, omdat niemand zich aan elk van Gods geboden gehouden heeft. Daarom zeide Paulus:


Galaten 3:10 Want zoo velen als er uit de werken der Wet zijn, die zijn onder den vloek; want er is geschreven: Vervloekt is een iegelijk, die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der Wet, om dat te doen.


Jezus zeide:


Johannes 7:19a Heeft Mozes u niet de Wet gegeven? En niemand van u doet de Wet.


Niemand van ons doet de Wet van Mozes. Wij zijn derhalve veroordeeld door de Wet. Hebben veroordeelden aanspraak op het eeuwige leven? Natuurlijk niet. Hebt gij u nooit afgevraagd waarom alle menschen sterven? Wij gaan allen dood omdat wij tegen God gezondigd hebben door zijne geboden te overtreden. Gelijk het geschreven is:


Romeinen 6:23a Want de bezoldiging der zonde is de dood,

Romeinen 5:12 Daarom, gelijk door éénen mensch [dat is, Adam] de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzoo de dood tot alle menschen doorgegaan is, in welken allen gezondigd hebben.


Menschen die zeggen dat zij een vlekkeloos leven leiden liegen tegen zichzelven.


Romeinen 3:10 Gelijk geschreven is: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één;

1 Johannes 1:10 Indien wij zeggen, dat wij niet gezondigd hebben, zoo maken wij Hem tot eenen leugenaar, en Zijn woord is niet in ons.


Velen denken dat zij zich kunnen rechtvaardigen door zich aan de Wet van Mozes te houden. Want God wil toch juist dat wij ons aan zijne geboden houden? Ja inderdaad wil Hij dat, maar niemand heeft zich aan Zijne geboden gehouden. Daarom dwalen degenen die zich door Gods Wet rechtvaardigen willen. Zooals het geschreven is:


Spreuken 14:12 Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.


Omdat wij gezondigd hebben, komen wij tekort voor de heerlijkheid die God van ons eischt.


Romeinen 3:19 Wij weten nu, dat al wat de Wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de Wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de geheele wereld [voor] God verdoemelijk zij. 20 Daarom zal uit de werken der Wet geen vleesch gerechtvaardigd worden, voor Hem; want door de Wet is de kennis der zonde.

Romeinen 3:23 Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods:


En aangezien wij allen de Wet van God gebroken hebben, kunnen wij niet door de Wet gerechtvaardigd worden. Maar waartoe dient de Wet van Mozes dan, indien wij ons niet aan haar houden kunnen? Waarvoor heeft God ons zijne Wet gegeven, indien wij toch niet volgens zijne geboden leven kunnen? Natuurlijk wil God dat gij u aan zijne Wet houdt, maar het punt is juist dat gij dat niet hebt gedaan. God heeft ons zijne Wet gegeven om ons te leeren dat wij ons niet volledig aan zijne Wet kunnen houden, ten einde ons te doen beseffen dat wij niet rechtvaardig zijn voor God. De Wet van Mozes leert ons dat wij een’ Zaligmaker noodig hebben, de Wet van Mozes leert ons dat wij den Heere Jezus Christus noodig hebben om ons te redden van onze zonden en de straf voor onze zonden, den dood.


Galaten 3:24 Zoo dan, de Wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden:


Toen Jezus Christus aan het kruis stierf, was dat niet omdat hij zelf iets fout had gedaan. Onze Heere Jezus is de eenige mensch die nooit gezondigd heeft. Jezus heeft zich als eenige mensch ooit volledig aan de Wet van Mozes gehouden. Daarom is Jezus de vervulling der Wet. Hij zeide immers:


Mattheüs 5:17 Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om [die] te ontbinden, maar te vervullen.


Jezus Christus is aan het kruis voor onze zonden gestorven, hij heeft de doodstraf voor onze zonden ondergaan, zoodat wij door het geloof in Hem leven kunnen. Gelijk het geschreven is:


Jesaja 53:5 Maar Hij is om onze overtredingen verwond; om onze ongerechtigheden is Hij verbrijzeld; de straf, die ons den vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijne striemen is ons genezing geworden.

2 Korinthe 5:19 Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hunne zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.


,,Evangelie” is een Grieksch woord dat ,,goed nieuws” beteekent. Het slechte nieuws is dat wij doodgaan vanwege onze zonden, maar het goede nieuws is dat Jezus in onze plaats is gestorven zoodat wij door Hem leven kunnen.


Johannes 3:16 Want alzoo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren’ Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.


En wat staat hier eigenlijk? Wanneer zult gij het eeuwige leven hebben? Staat er dat gij het eeuwige leven zult hebben door u aan de Wet van Mozes te houden? Neen, dat staat er niet. Gelukkig maar, want gij hebt u niet aan de Wet van Mozes gehouden. Staat er dat gij het eeuwige leven zult hebben door elken zondag naar de kerk te gaan? Neen. Door al uw geld aan de armen te geven? Neen. Door u te bekeeren van al uwe zonden? Neen. Door gedoopt te worden? Neen. Wat staat er wel? ,,Opdat een iegelijk die in Hem gelooft het eeuwige leven hebbe!” Gij zult enkel en alleen het eeuwige leven hebben indien gij gelooft in den Zaligmaker der wereld, onzen Heere Jezus Christus.

Door de Wet van Mozes waart gij veroordeeld, maar door onzen Zaligmaker zijt gij verzoend met God. Gij wordt dus niet gerechtvaardigd door goede daden te verrichten, gij wordt niet gerechtvaardigd door de werken der Wet van Mozes, maar alléén door het geloof van Jezus Christus. Daarom schreef Paulus:


Galaten 2:16 [Doch] wetende, dat de mensch niet gerechtvaardigd wordt uit de werken der Wet, maar door het geloof van Jezus Christus, zoo hebben wij ook in Christus Jezus geloofd, opdat wij zouden gerechtvaardigd worden uit het geloof van Christus, en niet uit de werken der Wet; daarom dat uit de werken der Wet geen vleesch zal gerechtvaardigd worden.


En omdat de Wet van Mozes ons niet kan zaligmaken, is er geen weg naar den hemel buiten Jezus.


Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot den Vader, dan door Mij.


Indien gij dus naar den hemel gaat, dan is dat niet door de Wet van Mozes, het is ook niet door de Wet van Mozes én het geloof in Jezus, het is ook niet door het geloof van Jezus indien gij u maar aan de Wet van Mozes houdt, neen! het is enkel en alleen door het geloof van Jezus onzen Zaligmaker. Daarom zeide Paulus:


Galaten 2:21 Ik doe de genade Gods niet te niete; want indien de rechtvaardigheid door de Wet is, zoo is dan Christus tevergeefs gestorven.


Indien gij in den hemel komen kondt door u aan de Wet van Mozes te houden, of door u alsnog aan de Wet van Mozes te houden, of door u aan een gedeelte van de Wet van Mozes te houden, dan was het niet noodig dat Christus aan het kruis voor onze zonden gestorven ware. Neen! De Wet van Mozes kan ons niet redden, alleen Jezus kan dat. Het komt dus aan op geloof en op geloof alléén. Daarom zeide onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus:


Johannes 3:36 Die in den Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven; maar die den Zoon ongehoorzaam is, die zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.

2 Thessalonicensen 1:8 Met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet kennen, en over degenen, die het Evangelie van onzen Heere Jezus Christus niet gehoorzaam zijn;



Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

zondag 30 augustus 2020

Is Jezus goed? Dan is Jezus God!

 

Aan het einde van zijn leven werd de laatste groote profeet van den Bijbel, Johannes de Dooper, ten onrechte in de gevangenis geworpen. In de benauwdheid van zijne banden werd hij twijfelmoedig. Hij begon zich af te vragen of Jezus wel de beloofde Verlosser der wereld ware. Alzoo verhaalt ons de Bijbelsche geschiedenis:


Mattheüs 11:2 En Johannes, in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijne discipelen; 3 En zeide tot Hem: Zijt Gij degene, die komen zou, of verwachten wij eenen anderen? 4 En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: 5 De blinden worden ziende, en de kreupelen wandelen; de melaatschen worden gereinigd, en de dooven hooren; de dooden worden opgewekt, en den armen wordt het Evangelie verkondigd.


Wat voor bewijs gaf Jezus van zijne Goddelijke afkomst? Zijne wonderdaden. De blinden worden ziende en de dooden worden opgewekt! Geen enkele medicijnmeester of heelmeester kan de overledenen uit den dood opwekken. Dit zijn geene geneeskundige verrichtingen, dit zijn wonderen. Alleen God Almachtig kan de dooden weder tot leven brengen. Zooals het geschreven is:


Exodus 15:26b want Ik ben de HEERE, uw Heelmeester!


Jezus heeft onder anderen iemand genezen die blind geboren was. Hij, die nooit gezien had, kon zien! De Farizeërs waren hierover verwonderd en vroegen den voormalig blinden man waar Jezus zijne kracht vandaan had.


Johannes 9:30 De mensch antwoordde, en zeide tot hen: Hierin is immers [wat] wonders, dat gij niet weet, van waar Hij is, en [nochtans] heeft Hij mijne oogen geopend; 31 En wij weten, dat God de zondaars niet hoort; maar zoo iemand Godvruchtig is, en Zijnen wil doet, dien hoort Hij. 32 Van [alle] eeuw is het niet gehoord, dat iemand eens blindgeborenen oogen geopend heeft: 33 Indien deze van God niet ware, Hij zou niets kunnen doen.


Toen het volk de wonderen zag die Jezus verrichtte, wisten zij derhalve heel goed dat Jezus niet een zondaar was gelijk zij. Jezus was een bijzonder mensch want Hij deed dingen die geen mensch doen kan. Toen Jezus bijvoorbeeld zag dat de eenige zoon van eene arme weduwe ten grave werd gedragen, wekte Jezus hem terstond tot leven en gaf hem terug aan zijne moeder. De menigte stond versteld.


Lukas 7:11 En het geschiedde op den volgenden [dag], dat Hij ging naar eene stad, genaamd Naïn, en met Hem gingen vele van Zijne discipelen, en eene groote schare. 12 En als Hij de poort der stad genaakte, zietdaar, een doode werd uitgedragen, [die] een eeniggeboren zoon zijner moeder [was], en zij [was] weduwe, en eene groote schare van de stad [was] met haar. 13 En de Heere, haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen, en zeide tot haar: Ween niet! 14 En Hij ging toe, en raakte de baar aan (de dragers nu stonden stil); en Hij zeide: Jongeling, Ik zeg u, sta op! 15 En de doode zat overeinde, en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijne moeder. 16 En vreeze beving hen allen, en zij verheerlijkten God, zeggende: Een groot Profeet is onder ons opgestaan, en God heeft Zijn volk bezocht. 17 En dit gerucht van Hem ging uit in geheel Judea, en in al het omliggende land.


Iedereen wist ervan. En de menschen die zijne wonderen gezien hadden, begrepen heel goed dat Jezus van God afkomstig was. En Jezus getuigde:


Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn één.


Toen Jezus daarom ronduit zeide dat hij God was, konden de menschen niet anders dan dit te erkennen. Want als Jezus niet God ware, dan zoude hij een leugenaar zijn. Maar God hoort geen leugenaars, een leugenaar kan heelemaal geene wonderen verrichten. Daarom zeide Jezus:


Johannes 15:24 Indien Ik de werken onder hen niet had gedaan, die niemand anders gedaan heeft, zij hadden geene zonde; maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijnen Vader gehaat.


Nu is er nog steeds een wonder dat wij met onze eigene oogen kunnen aanschouwen, het grootste wonder aller tijden: het Woord van God. Want er is geen boek als de Bijbel.


Hebreën 4:12 Want het Woord Gods is levend en krachtig, en scherpsnijdender dan eenig tweesnijdend zwaard, en gaat door tot de verdeeling der ziel en des geestes, en der samenvoegselen en des mergs, en is een oordeeler der gedachten en der overleggingen des harten.


Toen het volk daarom Jezus hoorde spreken, zeiden zij:


Johannes 7:46b Nooit heeft een mensch alzoo gesproken, gelijk deze Mensch.


Jezus ontkende geenszins dat hij God is. Jezus zeide ronduit dat hij de Heere God Almachtig is:


Openbaring 1:8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige.


Gelooft gij de getuigenis van het Woord Gods? Gelooft gij dat Jezus Christus God Almachtig is?

Er kwam eens een jonge man naar Jezus toe. Hij was reeds op zijn jeugdigen leeftijd rijk en machtig, maar hij besteedde zijn geld niet aan goddelooze vermaken. Neen, hij vond dat hij een goed leven leidde, hij vond zich een rechtvaardig man, hij achtte zich schier een heilig man. Hij was als de Farizeër, die God dankte dat hij geen zondaar was.


Lukas 18:11 De Farizeër, staande, bad dit bij zichzelven: O God! ik dank U, dat ik niet ben gelijk de andere menschen: roovers, onrechtvaardigen, overspelers; of ook gelijk deze tollenaar [die ook in den tempel aan het bidden was]: 12 Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, wat ik bezit.


Deze jonge man kwam tot Jezus met de vraag wat hem eigenlijk nog ontbrak om het eeuwige leven te beërven. Hij was zoo overtuigd van zijne eigene rechtvaardigheid dat hij geen gebrek in zichzelven kon aanwijzen. Er staat:


Markus 10:17 En als Hij [dat is, Jezus] uitging op den weg, liep een [dat is, de rijke jonge man] tot Hem, en voor Hem op de knieën vallende, vraagde Hem: Goede Meester! wat zal ik doen, opdat ik het eeuwige leven beërve? 18 En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan Eén, [namelijk] God.


Veel menschen denken dat Jezus zeide: ,,Waarom noemt gij mij God?” Maar dat zeide Jezus niet. Dat staat er gewoon niet. Menschen moeten lezen wat er staat, niet lezen wat er niet staat. Alle valsche leeringen ontstaan doordat men leest wat er niet staat. Jezus zeide ,,Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan Eén, namelijk God.” Met andere woorden: als Jezus goed is, dan moet hij ook God zijn. Dus… is Jezus goed? Wat zegt de Bijbel? Welnu, Jezus is degene:


1 Petrus 2:22 Die geene zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijnen mond gevonden.


Jezus is de eenige mensch die ooit geleefd heeft die nooit gezondigd heeft. Jezus is dus volmaakt goed en dus is Jezus God. En deze jonge man kwam niet zoomaar tot Jezus, hij had net als iedereen in zijn land van de groote werken van Jezus gehoord. Maar geloofde deze jonge man dat Jezus goed is, dat Jezus God is? Er staat:


Markus 10:20a Doch hij, antwoordende, zeide tot Hem: Meester!


Waar is opeens het ,,goede meester” gebleven? Deze rijke jonge man, die zoo overtuigt was van zijne goedheid, lasterde schaamteloos den Christus door zijne goedheid te ontkennen. Deze jonge man geloofde derhalve niet in den Heere Jezus Christus. En wat zegt de Bijbel?


Hebreën 11:6 Maar zonder geloof is het onmogelijk [Gode] te behagen; want die tot God komt, moet gelooven, dat Hij is, en een Belooner is dergenen, die Hem zoeken.


Zonder geloof is het onmogelijk om God te behagen! Indien gij tot onzen Heere Jezus Christus wilt komen, dan moet gij gelooven dat Hij God is. Jezus zeide immers:


Johannes 8:24b want indien gij niet gelooft, dat Ik [Die] ben, gij zult in uwe zonden sterven.


Daarom: gelooft in onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus, opdat gij het eeuwige leven beërvet.


Johannes 6:40 En dit is de wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.


Gij kunt niet gered worden van uwe zonden dan door dengene die voor uwe zonden gestorven is. Er is geene zaligheid dan door het geloof in den naam van Jezus Christus.


Handelingen 4:12 En de zaligheid is in geenen Anderen; want er is ook onder den hemel geen andere naam, die onder de menschen gegeven is, door welken wij moeten zalig worden.


In het Oude Testament zeide onze Heere God Almachtig alreede:


Jesaja 43:11 Ik, Ik ben de HEERE, en er is geen Heiland behalve Mij.


Er is maar één God, er is maar één Heiland en deze Heiland is onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus, God Almachtig. Gelooft gij in Hem?

 


 


Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

maandag 27 juli 2020

Jezus Christus is God Almachtig - Emmanuël - God is een geest, God is een mensch, er is maar één God


Waar is de geboren Koning der Joden?

In de dagen van den Romeinschen keizer Augustus, nu bijna twee duizend jaren geleden, waren eenige mannen bezig met eene lange reis. Het waren niet zoomaar mannen, neen, het waren, voorname, geleerde mannen uit een ver Oostersch land. Het waren wijzen uit het Oosten. Na eenen langen tocht door onmetelijke woestijnen kwamen ze uit bij eene zeer oude stad, eene stad die door het heele Romeinsche Rijk bekend stond om hare schoonheid. Machtige koningen hadden ooit over deze stad geregeerd. Deze stad was Jeruzalem. De wijzen uit het Oosten hadden groote schatten bij zich: goud, wierook en mirre. En niet voor niets, want zij wilden hunne eer bewijzen aan eenen pasgeboren koning. De bewoners van Jeruzalem zagen onmiddellijk dat de reizigers voorname lieden waren, want zij werden gelijk toegelaten tot den koning Herodes. Niet iedereen mag zoomaar op bezoek komen bij eenen koning! Deze Oostersche wijzen vroegen aan den koning Herodes: ,,Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijne ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.” (Mattheüs 2:2). Herodes wist niet wat hem overkwam. Wijze mannen uit het Oosten vroegen aan Herodes, die zelf koning was, waar de geboren Koning der Joden was. Maar Herodes wist van niets. Deze wreedaardige koning, die er zelfs niet voor terugdeinsde om alle jonge kinderkens in Bethlehem uit te moorden in eene poging zich te ontdoen van eenen toekomstigen Koning der Joden, deze koning Herodes onderscheidde de teekenen der tijden niet en was niet op de hoogte van den belangrijken tijd waarin hij leefde. Hij had geen flauw benul dat de Zaligmaker der wereld geboren was, de lang beloofde Messias. Verschrikt door de komst dezer Oostersche wijzen liet Herodes de wijzen van Jeruzalem bijeenroepen. Deze wijzen waren kenners van den Bijbel, zij waren de Schriftgeleerden. Herodes vroeg hun waar de Christus geboren zoude worden. Het bleek dat er reeds zeven eeuwen eerder een profeet geleefd had, die gezegd had dat de Zaligmaker in Bethlehem geboren zoude worden. De Schriftgeleerden lazen den koning Herodes de betreffende Schriftplaats uit het Oude Testament voor, te weten Micha 5:1. (Trouwens, als zij dit wisten, waarom gingen de Schriftgeleerden dan niet zelven op zoek naar den pasgeboren Zaligmaker? Hoe kan het toch altijd, dat zulke lieden die zich uitgeven voor wijzen weliswaar den Bijbel kennen met hun verstand, maar dat het Woord van God in het geheel niet doordringt tot hun hart? Zooals het geschreven is in 1 Korinthe 1:20: ,,Waar is de wijze? Waar is de Schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?”) Toen Herodes deze profetie uit Micha 5:1 hoorde zond hij de wijzen uit het Oosten naar Bethlehem. Maar het was niet Herodes die de wijzen op den goeden weg stuurde, God zelf leidde hen op den rechten weg naar den Zaligmaker. Zooals God de kinderen van Israël bijna vijftien eeuwen eerder na hunnen uittocht uit Egypte door eene vuurkolom naar het beloofde land had geleid, zoo leidde God nu de wijzen door eene lichtende ster naar den Christus. De helderste ster aan den hemel, de morgenster, is namelijk een Bijbelsch zinnebeeld of symbool van het licht der wereld, onze Heere Jezus. Dit kunt gij lezen in de Openbaring van Johannes 22:16. En de ster die de wijzen leidde bleef stilstaan boven de plaats waar het pasgeboren kindeke Jezus was. Eindelijk hadden de wijzen het eindpunt van hunne lange, vermoeiende reis bereikt. Wat zullen zij zich verheugd hebben op het aanschouwen van den Koning der Joden! Maar toen de wijzen uit het Oosten het huis binnengingen, gebeurde er iets opmerkelijks. Er staat in Mattheüs 2:11a: ,,En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijne moeder; en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden”. Let goed op deze woorden. Zij hebben het Kind – aanbeden! Er staat niet dat de wijzen het kindeke eerden als een toekomstig groot koning, neen, er staat dat de wijzen het kindeke Jezus aanbaden, aanbaden dus als eenen God! Maar waarom? Waarom aanbaden deze wijzen een pasgeboren kind als eenen God?

God met ons

Jezus was geen gewoon kind. Wíj zijn allen nakomelingen van den eersten man, Adam, maar Jezus is dat niet. Jezus is weliswaar de zoon van eene vrouw, maar hij had geenen aardschen vader. De vrouw uit wie Jezus geboren was, was eene reine maagd, die geenen man bekend had, genaamd Maria. Dit kunt gij lezen in Lukas 1:34. Maria werd niet zwanger door eenen man, maar door den Heiligen Geest Gods. Er is namelijk geschreven: ,,De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want als Maria, Zijne moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen Geest.” (Mattheüs 1:18). Maria was zwanger bevonden, niet uit haren verloofde Jozef, maar uit den Heiligen Geest. Dat beteekent niets minder dan dat Jezus niet alleen de zoon van zijne moeder Maria is, maar ook de Zoon van God is! Jezus heeft dus eene menschelijke natuur, naar zijne moeder Maria, maar ook eene goddelijke natuur, naar den Heiligen Geest Gods. Daarom staat er in Mattheüs 1:22: ,,En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet, zeggende: 23 Ziet, de maagd zal zwanger worden, en eenen Zoon baren, en gij zult Zijnen naam heeten Emmanuël; hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.” God... met... ons...! Het kindeke Jezus zoude worden genaamd ,,God met ons”. Waarom? Waarom heet het kindeke Jezus ,,God met ons”? In Jezus is God met ons. Waarom? Zou het kunnen dat God in Jezus mensch is geworden, zoodat God op de meest innige wijze mét ons kan zijn, namelijk door in onze menschelijke natuur te deelen? Beteekent dit, dat Jezus God is? Wat zegt de Bijbel?
Reeds in het Oude Testament staat het antwoord. Bijna acht eeuwen voor de geboorte van het kindeke Jezus leefde er een groot profeet, genaamd Jesaja. Deze profeet heeft heel veel geschreven over den komenden Messias, zooveel en zoo nauwkeurig dat Jesaja soms geschreven lijkt te zijn nadat Jezus geboren was. Het boek Jesaja lijkt soms onderdeel te zijn van het Nieuwe Testament, als een vijfde evangelie. Maar dat is het niet. Het boek Jesaja is bijna duizend jaren vóór het Nieuwe Testament opgesteld. En toch heeft Jesaja zoovele bijzonderheden over het leven van Jezus voorzegd. Het is een wonder. En wat zei Jesaja over het kindeke Jezus, bijna duizend jaren voor zijne geboorte? Dat kunt gij lezen in Jesaja 9:5. Daar staat: ,,Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijnen schouder; en men noemt Zijnen naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst; 6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal zulks doen.” Jesaja voorzegde dus dat er een kind geboren zoude worden, een uiterst belangrijk koning, en hoe noemt men zijnen naam? Wat staat er? ,,Sterke God”! Hoe noemt men het kindeke? ,,Vader der eeuwigheid”! Het kindeke Jezus, geboren uit den maagd Maria door den Heiligen Geest, was dus niemand minder dan… God Almachtig zelf!

God is geopenbaard in het vleesch

We weten nu dat Jezus inderdaad God Almachtig is, maar we hebben ook gezien dat Jezus geboren is uit de maagd Maria. Hoe kan dit? Wat is Jezus eigenlijk? Is hij nu God, of is hij een mensch? Welnu, de Bijbel is hier heel duidelijk over. Onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus is volledig God… én volledig mensch. Twee duizend jaren geleden werd God geboren als mensch. Niet dat God toen ontstond, want God heeft geen ontstaan: Hij is altijd geweest. Zooals Mozes zeide in Psalm 90:2: ,,Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.” God heeft altijd bestaan, maar twee duizend jaren geleden werd Hij mensch. Hoe kan dit? God weet het, maar dit is voor de menschen verborgen, wij kunnen dat niet begrijpen. Daarom staat er in 1 Timotheüs 3:16a: ,,En buiten allen twijfel, de verborgenheid der Godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het vleesch”. God is geopenbaard in het vleesch! In Johannes 4:24a staat: ,,God is een Geest”, maar wij zijn van vleesch. In Jezus is God, die een Geest is, óók vleesch geworden. God is in Jezus mensch geworden. In Kolossensen 2:9 staat daarom: ,,Want in Hem [dat is, in Jezus] woont al de volheid der Godheid lichamelijk.” Jezus is volledig mensch én volledig God. In Jezus is het Woord van God vleesch geworden. Er is namelijk geschreven in Johannes 1:1: ,,In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.” Vers veertien vult aan: ,,En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijne heerlijkheid aanschouwd, eene heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.” Het Woord van God heeft onder ons gewoond, als één van de onzen!
Waarom hebben de wijzen uit het Oosten derhalve zóóveel moeite gedaan, zulk eene lange, moeizame reis ondernomen, om een kindeke te bezoeken? Omdat het kindeke Jezus niemand minder dan God Almachtig is. Dáárom aanbaden de wijzen uit het Oosten het kindeke Jezus, zij aanbaden God Almachtig die mensch geworden was. Dáárom stond er in Mattheüs 1:23 dat de naam van het kindeke in het Hebreeuwsch geheeten zoude worden ,,Emmanuël: hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.Want in Jezus is God met ons, letterlijk met ons, God als mensch met ons.



Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.

zondag 19 juli 2020

Samenzweringsbijbels - verminkte Statenvertalingen, de Herziene Statenvertaling en nieuwe Bijbelvertalingen


De Statenvertaling verscheen voor het eerst bijna vier eeuwen geleden, in 1637. In dezen tijd is de tekst van den Statenbijbel niet heelemaal gelijk gebleven, er hebben enkele veranderingen plaatsgevonden. In mijne vorige filmpjes heb ik aangetoond dat deze veranderingen nooit ingrijpend van aard waren. Het gaat eigenlijk altijd om uiterst behoudende wijzigingen. De spelling is bijvoorbeeld aangepast aan de thans gebruikelijke spelling: het zeventiende eeuwsche ,,aerde” met A.E. is bijvoorbeeld gewijzigd in ,,aarde” met A.A. Verder zijn enkele verouderde woorden licht gewijzigd, zoo is ,,boosdoenders” veranderd in ,,boosdoeners”. Voorts zijn enkele woorden waarvoor men zich thans schaamt, zooals ,,wijf”, veranderd in woorden met eene gelijke beteekenis, bijvoorbeeld ,,vrouw”. Tenslotte zijn sinds de negentiende eeuw in de meeste uitgaven der Statenvertaling de Latijnsche leenwoorden vertaald in Nederlandsche woorden. Het Latijnsche leenwoord ,,consciëntie” is sedertdien dus ,,geweten” geworden. Dit zijn allemaal uiterst kleine, behoudende wijzigingen en men mag dan ook rustig stellen dat de tekst der Statenvertaling feitelijk in die vier eeuwen niet wezenlijk is veranderd. Eigenlijk is er maar ééne wijziging die ik te ver vind gaan omdat de beteekenis niet heelemaal gelijk meer is: namelijk de wijziging van ,,die aan den wand pist” in 1 Samuël 25:22 in ,,dat mannelijk is”. Maar gij kunt gewoon in de kantlijn hiervan eene aanteekening maken en daarmede is dit euvel verholpen.
Misschien is de eene uitgave behoudender in hare wijzigingen dan de andere en wellicht bevat de eene uitgave minder drukfouten dan de andere, maar het belangrijkste is dat het overgroote gedeelte der uitgaven van den Statenbijbel door de eeuwen heen betrouwbaar is. Toch is er helaas ééne uitzondering. Er is eene bewerking der Statenvertaling geweest die veel verder is gegaan dan de hiervoor genoemde behoudende wijzigingen en die den tekst van den Statenbijbel wel degelijk wezenlijk heeft aangetast. Ik heb het over de zoogeheetene ,,samenzweringsbijbels”. Deze uitgaven zijn veel verder gegaan dan het veranderen van woorden als ,,wijf”, zij zijn uitgaven die zonder meer TE ver zijn gegaan. Deze ,,samenzweringsbijbels” noem ik zoo, niet omdat zij zouden voortkomen uit eene samenzwering, maar omdat in deze verminkte uitgaven het woord ,,samenzwering” voorkomt, terwijl dat woord oorspronkelijk heelemaal niet in den Statenbijbel staat! Zij veranderen namelijk het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12 in ,,samenzwering”. Er staat in Jesaja 8:12 in de juiste Statenbijbels: ,,Gijlieden zult niet zeggen: Eene verbintenis, van alles, waar dit volk van zegt: Het is eene verbintenis; en vreest gijlieden hunne vreeze niet, en verschrikt niet.In den oorspronkelijken tekst staat dus ,verbintenis’, maar de samenzweringsbijbels maken van eene verbintenis eene samenzwering.
Hoe kan dit? Eene verbintenis is iets heel anders dan eene samenzwering. Dus wat bedoelt God in Jesaja 8:12 eigenlijk, eene ,verbintenis’ of eene ,samenzwering’? Om dit te kunnen beoordeelen moet gij het volgende weten. In het hoofdstuk hiervoor, Jesaja hoofdstuk 7, staat dat de koning van Israël en de koning van Syrië optogen naar Jeruzalem om oorlog tegen haar te voeren. De inwoners van Juda waren hier zeer bevreesd om, maar God profeteerde door den mond van Jesaja dat de koning van Assyrië zoude optrekken tegen zoowel Israël als Syrië en hen zoude verslaan. Het moge duidelijk zijn dat Israël en Syrië dan geen gevaar meer zouden vormen voor Juda. Maar… Jesaja profeteerde vervolgens in hoofdstuk 8 dat de koning van Assyrië daarna Juda den oorlog zoude aandoen, als straf van God voor hun ongeloof. Jesaja profeteerde daarbij wel dat de Assyriërs uiteindelijk zouden falen in hunne belegering van Jeruzalem. De inwoners van Jeruzalem hadden dus niets te vreezen dan Gods toorn over hun ongeloof! Er staat daarom in Jesaja 7:9b: ,,Indien gijlieden niet gelooft, zekerlijk, gij zult niet bevestigd worden.” Indien Juda de belofte des Heeren met betrekking tot hunne Goddelijke bescherming tegen hunne vijanden niet zoude gelooven, dan zoude God het volk van Juda straffen voor zijn ongeloof. Want, zooals het geschreven is: ,,zonder geloof is het onmogelijk [Gode] te behagen.” (Hebreën 11:6a). Daarom zeide de Heere God in Jesaja 8:13: ,,Den HEERE der heirscharen, Dien zult gijlieden heiligen, en Hij zij uwe vreeze, en Hij zij uwe verschrikking.De Heere is Almachtig. Als God het wil kan Hij een volk maken of breken. God is degene dien gij vreezen moet, en niet een volk, hoe machtig ook, want voor God zijn alle volken niets meer dan stof. Zooals het geschreven is in Jesaja 40:15: ,,Ziet, de volken zijn geacht als een druppel van eenen emmer, en als een stofje van de weegschaal; ziet, Hij werpt de eilanden henen als dun stof!Het was voor de inwoners van Jeruzalem derhalve niet van noode om bevreesd te zijn toen de volkeren tegen hen samenspanden om hen den oorlog aan te doen. De Heere God Almachtig stelt Zijn volk in Jesaja 8:9 gerust met de woorden: ,,Vergezelt u tezamen, gij volken! doch wordt verbroken; en neemt ter oore, allen gij, die in verre landen zijt, omgordt u, doch wordt verbroken; omgordt u, doch wordt verbroken! 10 Beraadslaagt eenen raad, doch hij zal vernietigd worden; spreekt een woord, doch het zal niet bestaan; want God is met ons!Syrië en Israël konden samenspannen wat ze wilden, God zoude hunne plannen toch te niet maken.
De koning van Assyrië, genaamd Sanherib, is geheel volgens de profetie van Jesaja, in het veertiende jaar van den rechtvaardigen koning van Juda, Hizkia, opgekomen tegen de steden van Juda. Dit kunt gij lezen in 2 Koningen 18:13 en dit vond ongeveer zeven eeuwen voor Christus plaats. Het koninkrijk Juda was te zwak om zich te verdedigen tegen het machtige heir der Assyriërs. Maar zooals het geschreven is in 2 Korinthe 12:9: ,,En Hij [dat is, God] heeft tot mij [dat is, de apostel Paulus] gezegd: Mijne genade is u genoeg; want Mijne kracht wordt in zwakheid volbracht. Zoo zal ik dan veel liever roemen in mijne zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone.En in Psalm 20:8: ,,Dezen [vermelden] van wagens, en die van paarden; maar wij zullen vermelden van den Naam des HEEREN, onzes Gods.” Christenen ontlenen hunne kracht niet aan aardsche wapenen, maar aan God. Als God ons niet beschermt, dan kan al het oorlogstuig in de wereld ons niet redden, want: ,,zoo de HEERE de stad niet bewaart, tevergeefs waakt de wachter.” (Psalm 127:1b). De mensch is van vleesch, maar God is een geest en daarom kan de mensch nooit overwinnen indien God dat niet wil. Aldus Jesaja 31:3: ,,Want de Egyptenaren zijn menschen, en geen God, en hunne paarden zijn vleesch, en geen geest; en de HEERE zal Zijne hand uitstrekken, dat de helper struikelen zal, en die geholpen wordt, zal nedervallen, en zij zullen al te zamen te niet komen.Op deze wijze hebben de Bijbelsche helden van het geloof gezegepraald, namelijk om hun rotsvaste vertrouwen op den Heere, waardoor zij: ,,uit zwakheid krachten hebben gekregen, in den krijg sterk geworden zijn, [en] heirlegers der vreemden op de vlucht hebben gebracht;” (Hebreën 11:34). In 2 Koningen hoofdstuk 18 kunt gij lezen hoe de Assyriërs met een zwaar heir naar Jeruzalem optogen om voor de muren van Jeruzalem op schaamtelooze wijze den God van Israël te hoonen en te belasteren, bewerende dat onze God niet bij machte zoude zijn om Zijn volk te redden. In 2 Koningen hoofdstuk 19 kunt gij het aandoenlijke gebed van den koning Hizkia lezen, waarin hij God bad om verlossing, zeer wel beseffende dat hij zonder God verloren was, niets kunnende aanvangen tegen de Assyrische overmacht. En de Heere liet zich verbidden. Onze Almachtige God verlostte Juda op wonderbaarlijke wijze uit hunne drukkende benauwdheid. Er staat in 2 Koningen 19:35: ,,Het geschiedde dan in dienzelven nacht, dat de Engel des HEEREN uitvoer, en sloeg in het leger van Assyrië honderd vijf en tachtig duizend. En toen zij zich des morgens vroeg opmaakten, ziet, die allen waren doode lichamen.” Zoo zorgt de Heere onze God voor degenen die op Hem vertrouwen. ,,Want Hij heeft gezegd: Ik zal u niet begeven, en Ik zal u niet verlaten”. (Hebreën 13:5b).
De vraag is nu: toen Israël en Syrië zich verbonden om Juda den oorlog aan te doen, was er toen sprake van eene samenzwering of niet? Het is waar dat de koning van Syrië en de koning van Israël zich verbónden om tegen Jeruzalem te kampen. Maar: het was eene openbare verbintenis, dat is: een verbond. Zooals ook in de kantteekening staat bij het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12: ,,Of, gelijk men nu spreekt: een ligue (verbond).In tegenstelling tot een verbond is eene samenzwering geene openbare verbintenis, geen openbaar verbond, maar eene geheime beraadslaging. En omdat zij geheim is wordt er bij eene samenzwering gezworen. Aan het zweren ontleent de samenzwering haren naam. Want bij eene openbare verbintenis zijn er getuigen aanwezig om aan de verbintenis kracht te verlenen, maar bij eene geheime beraadslaging kunnen er uit den aard geene getuigen aanwezig zijn, waardoor de geheime beraadslaging niet met getuigen wordt bevestigd, maar met eenen eed. Een treffend voorbeeld hiervan staat in Handelingen 23:12: ,,En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden eene samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben.Maar in Jesaja 8:12 is er heelemaal geene sprake van eene samenzwering! Israël en Syrië spanden openlijk samen om Jeruzalem den oorlog aan te doen. Het volk van Juda bedoelt met de uitspraak ,,het is eene verbintenis” dat er geene hoop meer is. Zij denken dat er tegen één ander volk nog wel te strijden is, maar tegen een verbond van volkeren vreezen zij niets aan te kunnen vangen. Er is dus sprake van zuivere lafhartigheid. Ondanks alle beloften van den Almachtige vreezen zij menschen. Daarom zegt God in Jesaja 8:12: ,,Gijlieden zult niet zeggen: Eene verbintenis, van alles, waar dit volk van zegt: Het is eene verbintenis; en vreest gijlieden hunne vreeze niet, en verschrikt niet.Wees niet bevreesd, want God zal hun goddeloos verbond te niet maken! En wij hebben gezien dat God zijne belofte is nagekomen. Zooals het geschreven is in Numeri 23:19: ,,God is geen man, dat Hij liegen zou, noch eens menschen kind, dat het Hem berouwen zou! zou Hij het zeggen, en niet doen? of spreken, en niet bestendig maken?
Dus het mogelijke duidelijk zijn: er is in Jesaja 8:12 geenszins sprake van eene samenzwering. Het gaat om eene openbare verbintenis. Toch zijn er in de twintigste eeuw dus uitgaven van de Statenvertaling verschenen die het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12 om duistere redenen hebben veranderd in ,,samenzwering”. Over den oorsprong van deze wijziging hoeven wij echter niet lang in het duister te tasten: moderne Bijbelvertalingen bevatten ook dit woord ,,samenzwering”, er is dus weêr eens sprake van den geest van het modernisme.
De valschelijk zoo genaamde ,,Herziene Statenvertaling” uit 2010 is eveneens een samenzweringsbijbel, ook zij heeft ,,verbintenis” veranderd in ,,samenzwering”. In mijn filmpje getiteld ,,De geschiedenis der Statenvertaling van 1637 tot nu” heb ik reeds aangetoond dat de Herziene Statenvertaling heelemaal niet de echte Statenvertaling is, maar niets meer dan eene moderne vertaling, een wolf in schaapskleêren, en dit is wederom een bewijs hiervoor.
Het moge duidelijk zijn dat eene verandering van ,,verbintenis” in ,,samenzwering” in het geheel niet vergelijkbaar is met eene verandering zooals ,,wijf” in ,,vrouw”. Dit is niet eene wijziging van een woord in een woord met eene gelijke beteekenis. ,,Samenzwering” heeft echt eene volstrekt andere beteekenis dan ,,verbintenis”! Is dit eene geoorloofde wijziging? Neen. Het is ten strengste verboden om den zin van het Woord van God te veranderen. De Heere waarschuwt in niet mis te verstane woorden in Openbaring 22:18: ,,Want ik betuig aan een’ iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; 19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en [uit] hetgeen in dit boek geschreven is.Dit woord ,,samenzwering” is eene wijziging die te ver gaat. Zooals Spreuken 30:6 zegt: ,,Doe niet tot Zijne woorden, opdat Hij u niet bestraffe, en gij leugenachtig bevonden wordet.’’
De samenzweringsbijbels zijn duistere uitgaven. Er staat op de titelbladzijde van deze Bijbels niets wat doet vermoeden dat de tekst veranderd is. Zij lijken in elk opzicht op de echte uitgaven van de Statenvertaling. Ook is het niet heelemaal duidelijk wat er naast het woord ,,samenzwering” nog meer veranderd is, maar eigenlijk is dat ook niet van belang, want ééne verminking is al erg genoeg. Zooals Jezus zeide in Mattheüs 5:18: ,,Want voorwaar zeg Ik u: totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied.De jota en de tittel zijn de kleinste Hebreeuwsche leesteekens, en zelfs die mogen en zullen niet verloren gaan. Laat staan een heel woord, zooals het woord ,,verbintenis” in Jesaja 8:12.
De samenzweringsbijbels schijnen niet uitgaven uit een bepaald jaar of van eenen bepaalden uitgever te zijn. Vaak werden zij uitgegeven door het Nederlandsch Bijbelgenootschap zelf, maar andere uitgevers hebben ze ook uitgegeven. De eenige uitgave die ik wel nauwkeurig kan aanwijzen is de uitgave van het Nederlandsch Bijbelgenootschap van 1977, de zoogenaamde ,,Tukkerbijbel”. Op de titelbladzijde van de Tukkerbijbels staat duidelijk ,,Editie 1977”. Dit was eene sterk gewijzigde Statenvertaling, waarin vele woorden waren veranderd. Het was eene poging van het Nederlandsch Bijbelgenootschap om de Statenvertaling te vereenvoudigen, maar het Godvreezende volk was afkeerig van deze uitgave en zij was ook maar kort verkrijgbaar. Het schijnt echter dat er ook vóór en na 1977 uitgaven der Statenvertaling bestonden waarin ,,samenzwering” in Jesaja 8:12 staat.
In 1951 kwam het Nederlandsch Bijbelgenootschap met eene nieuwe, moderne Bijbelvertaling, die lang bekend heeft gestaan als ,,de nieuwe vertaling”, die thans net als alle moderne vertalingen vóór haar in de vergetelheid is geraakt. Er doen geruchten de ronde dat het Nederlandsch Bijbelgenootschap gelijktijdig met deze moderne vertaling van 1951 ook den tekst van hare uitgaven van de Statenvertaling in wisselende mate heeft aangepast. Gij kunt dit lezen in het stuk getiteld ,,Gereformeerde Bijbelstichting geeft commissie-Tukker schuld van huidige verwarring”, verschenen in het Reformatorisch Dagblad van 16 augustus 1972. Maar omdat geen enkele uitgever openheid gaf over tekstwijzigingen in de Statenvertaling kan ik afgezien van Jesaja 8:12 niet zeggen in hoeverre de samenzweringsbijbels in dezen tijd nog meer zijn verminkt. Ook omdat men sinds de twintigste eeuw vaak geen jaartal van uitgave meer op de titelbladzijde van Bijbels plaatst, is het heel moeilijk te bepalen wanneer dit begon en wanneer dit eindigde.
Eén ding is wel zeker: samenzweringsbijbels bestaan. Ik raad dus aan bij het koopen van eenen tweedehandschen Bijbel uit de tweede helft der twintigste eeuw altijd na te gaan of Jesaja 8:12 zooals het hoort ,,verbintenis” bevat en niet het verkeerde ,,samenzwering”. Het schijnt dat dit woord ,,samenzwering” niet meer gebruikt is geworden in de nieuwere Statenbijbeluitgaven uit de 21ste eeuw, daar staat weêr gewoon ,,verbintenis”. En indien gij eenen samenzweringsbijbel blijkt te bezitten, dan moet gij niet schromen hem te vernietigen. Een verminkte Statenbijbel hoeft niet bewaard te blijven, een verminkte Statenbijbel is de titel Statenbijbel niet waardig en verdient het om aan de vergetelheid overgegeven te worden, hoeveel gij er ook voor betaald hebt. Zooals het geschreven is in Handelingen 19:19: ,,Velen ook dergenen, die ijdele [kunsten] gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren [penningen].
Het bestaan dezer samenzweringsbijbels is eene schande, zeker aangezien zij niet onmiddellijk als zoodanig herkenbaar zijn, tenzij u verteld is om Jesaja 8:12 te onderzoeken. Het doet denken aan wat Jezus zeide in Lukas 11:44: ,,Wee u, gij Schriftgeleerden en Farizeën, gij geveinsden! want gij zijt gelijk de graven, die niet openbaar zijn, en de menschen, die daarover wandelen, weten het niet.Bij deze duistere uitgaven zullen menschen ten onrechte denken dat zij eene betrouwbare Statenvertaling hebben. Het is een gruwel om menschen zoo te misleiden. Gelukkig kunt gij zelf eenvoudig misleiding voorkomen door te kijken of in tweedehandsch Statenvertalingen uit de tweede helft der twintigste eeuw in Jesaja 8:12 ,,verbintenis” (goed) of ,,samenzwering” (fout) staat.
Maar deze samenzweringsbijbels vormen eene uitzondering. Het is niet van noode om vreesachtig te zijn omtrent de betrouwbaarheid van de uitgaven der Statenvertaling door de eeuwen heen, want God heeft beloofd dat hij zijn Woord ongeschonden zou bewaren. Aldus Psalm 12:7: ,,De redenen des HEEREN zijn reine redenen, zilver, gelouterd in eenen aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. 8 Gij, HEERE! zult hen bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid.En wij hebben nu wel gezien dat dit inderdaad voor de Statenvertaling geldt. Er is in den loop des tijds sprake geweest van enkele gewijzigde woorden, zooals ,,boosdoenders”, ,,wijf” en ,,consciëntie”, maar deze wijzigingen zijn in den regel uiterst behoudend geweest. ,,Wijf” en ,,vrouw” bijvoorbeeld hebben volkomen dezelfde beteekenis. Laat u dus vooral niet wijsmaken dat de Statenvertaling in den loop des tijds wezenlijk veranderd zoude zijn. Hare spelling is weliswaar aangepast aan de thans gebruikelijke spelling, en enkele woorden zijn veranderd in woorden met eene gelijke beteekenis, maar zij is en blijft de goede, oude Statenvertaling. En zij heeft zeker eene rijke geschiedenis, eene geschiedenis van bijna vier eeuwen. Maar die geschiedenis is den Bijbelkooper tot voordeel: want gij hebt vier eeuwen aan uitgaven der Statenvertaling om uit te kiezen. Indien gij het wenscht kunt gij eene antieke Statenvertaling aanschaffen uit de zeventiende of achttiende eeuw in de oorspronkelijke spelling, met de oorspronkelijke woorden en in het oorspronkelijke Gotische schrift; maar gij kunt ook eene goed leesbare tweedehandsche koopen uit de negentiende of twintigste eeuw, of gewoon eene nieuwe uitgave uit de 21ste eeuw. Maar welke uitgave gij ook kiest, ondanks kleine verschillen (zooals wij gezien hebben) is en blijft zij de Statenvertaling. Want: ,,Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.” (Jesaja 40:8)

Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.