Sommige woorden in de Statenvertaling zijn zwaarder om te verstaan dan andere. Men denke bijvoorbeeld aan het woord ,lankmoedigheid’, dat wij in het vorige filmpje hebben behandeld, dat ging over veranderde verouderde woorden in de verschillende Statenbijbeluitgaven. Woorden als ,lankmoedigheid’ zijn niet om te zetten in een ander, zoogeheeten ,makkelijker’ woord zonder de beteekenis aan te tasten. Er bestaat eenvoudigweg geen ander woord met dezelfde diepe beteekenis als ,lankmoedigheid’. Dit soort woorden zijn in de verschillende uitgaven van den Statenbijbel dan ook nooit veranderd. Er blijven derhalve in alle uitgaven van de Statenvertaling woorden staan die voor sommigen moeilijk zijn om te begrijpen. Maar is dat een probleem? Het is in ieder geval geene oplossing om de Statenvertaling in te ruilen voor eene nieuwe Bijbelvertaling. Men brengt de nieuwe Bijbelvertalingen aan den man onder het mom van ,,makkelijk Nederlandsch”, maar zij vertellen er in hunne verkooppraatjes nooit bij dat alle nieuwe Bijbelvertalingen zijn gegrond op twee verminkte Grieksche handschriften en dat zij schaamteloos tientallen verzen uit den Bijbel verwijderen. De moderne vertalingen zijn dan ook heelemaal geene Bijbelvertalingen, zij zijn Bijbelverbasteringen. De oude Statenvertaling is de eenige zuivere en volledige Bijbelvertaling in het Nederlandsch, dus indien gij waarlijk het Woord van God lezen wilt, dan kunt gij enkel en alleen de oude Statenvertaling lezen. Maar is het dan een probleem dat de Statenvertaling woorden bevat die voor sommigen moeilijk zijn om te begrijpen? Wat zegt de Bijbel hierover? Paulus schrijft in 2 Timotheüs 2:15: ,,Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, eenen arbeider, die niet beschaamd wordt, die het woord der waarheid recht snijdt.” Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen! Zijt een vlijtige arbeider, wees werkzaam opdat gij niet beschaamd wordt doordat gij sommige woorden niet begrijpt. Benaarstig u, opdat gij het woord der waarheid – den Bijbel – récht zult verstaan. Dus indien gij bij het lezen van den Bijbel een woord tegenkomt dat gij niet kent, neem dan de moeite om de beteekenis van het woord te leeren kennen.
En hoe kunt gij de beteekenis van een woord leeren kennen? Dit moge vanzelf spreken: er is geen zwaar woord in de Statenvertaling dat niet met een woordenboek eenvoudig verstaanbaar gemaakt kan worden. Maar nog beter dan een woordenboek is het opzoeken van het betreffende woord in den Bijbel zelven. Een woordenboek bevat namelijk slechts menschelijke wijsheid, maar het Woord van God bevat geestelijke wijsheid. Een woordenboek kan u wat over de Nederlandsche taal leeren, maar niet meer dan dat. Wilt gij echt den geestelijken zin van een woord kennen? Dan moet gij het woord in de Heilige Schriftuur zelve opzoeken. Paulus schrijft namelijk in 1 Korinthe 2:13 over de wijsheden die ons van God geschonken zijn: ,,Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menschelijke wijsheid leert, maar met [woorden], die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende.” Gij moet geestelijke dingen met geestelijke samenvoegen! Gij moet het eene Bijbelvers samenvoegen met het andere Bijbelvers, gij moet hen met elkander vergelijken. Gij moet bij het lezen van de woorden in de Heilige Schriftuur niet eene beteekenis erbij verzinnen, naar uwe eigene wijsheid, neen! Gij moet de woorden in den Bijbel laten uitleggen door den Bijbel, want de Bijbel leert ons de Wijsheid die uit God is. En hoe kunt gij dit aanpakken? Het is heel eenvoudig: dit doet gij door te kijken waar een belangwekkend woord in den Bijbel nog meer voorkomt. Soms helpen hiertoe reeds de aanteekeningen op de gelijkluidende teksten, die tegenwoordig ook wel naar Engelsch voorbeeld ,,kruisverwijzigingen” worden genoemd. Maar nog beter kunt gij hiervoor eene Bijbelsche woordenlijst gebruiken. Zoo’n’ Bijbelsche woordenlijst noemt men eene ,,concordantie”, naar het Latijnsche woord ,,concordia” dat ,eendracht’ beteekent. (Eene concordantie gaat immers over de eendracht der woorden die in den Bijbel te vinden zijn.) De eerste uitgave van de Statenvertaling uit 1637 bevatte reeds eene kleine concordantie, die gij thans nog terug kunt vinden in sommige kantteekeningenbijbels, zooals de huidige uitgaven van de Gereformeerde Bijbelstichting, of de negentiende-eeuwsche zooals die van Swaan, uitgegeven in Arnhem in 1864. De Amsterdamsche uitgever Hoogkamer heeft in 1844 dit register ook afzonderlijk in een boekje uitgegeven. Maar deze oorspronkelijke concordantie van de Statenvertaling is zeer beknopt. Indien gij dieper op de zaken wilt ingaan, kunt gij ook de beroemde Nederlandsche Concordantie des Bijbels van Abraham Trommius gebruiken, die aan het einde der zeventiende eeuw voor het eerst verschenen is, en sedertdien vele herdrukken heeft gekend. In eene concordantie staat bij elk woord, zooals ,lankmoedigheid’, eene lijst van Schriftuurplaatsen waarin dit woord voorkomt. Indien gij deze Schriftplaatsen allemaal opzoekt, dan zult gij de geestelijke beteekenis van een woord heel nauwkeurig leeren kennen. Ik raad dan ook elken Bijbelliefhebber aan om zulk eene concordantie op de Statenvertaling aan te schaffen. Let er bij aanschaf van eene concordantie wel op, dat het uitdrukkelijk eene concordantie op de Statenvertaling is en niet op eene moderne Bijbelverbastering.
Overigens komt het overgroote deel van de zoogenaamd moeilijke woorden in den Statenbijbel ook gewoon in andere Nederlandsche boeken voor. Denk aan ,,vedel” en ,,amechtig”. De meeste van deze zoogeheeten moeilijke woorden zijn heelemaal niet verouderd, integendeel zij komen gewoon voor in fatsoenlijke schrijftaal en veelvuldig in de Godsdienstige dichtkunst. Maar het is waar, men gebruikt deze woorden zelden in de dagelijksche spreektaal. Dus wie niet veel boeken leest, komt deze woorden ook zelden tegen. Maar wie dan wel graag den Statenbijbel wil lezen, omdat God zijn hart heeft geopend voor Zijn Woord, die zal dan moeten wennen aan deze woorden die in de schrijftaal voorkomen. ,Moeilijke woorden’ zijn moeilijk zoolang gij hen niet kent. Daar moet gij eenvoudigweg moeite voor doen, net als voor alles in het leven. Zooals het geschreven is in Genesis 3:19a: ,,In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten”. Wij moeten moeite doen voor ons dagelijksch brood, wij moeten er keihard voor werken. En ons dagelijksch brood is voorál het Woord van God. Jezus zeide immers in Mattheüs 4:4b: ,,De mensch zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat.” Maar de Bijbel zegt ook ,,dat, zoo iemand niet wil werken, hij ook niet ete” (2 Thessalonicensen 3:10b). Te vaak wordt de Statenbijbel ter zijde gelegd onder het mom van ,,moeilijke woorden” terwijl het werkelijke probleem luiheid is. En valsche leeraars moedigen deze luiheid alleen maar aan, zij maken van luiheid eene deugd, ten einde ,,het Woord Gods vervalschende” (2 Korinthe 4:2) ,,verderfelijke ketterijen bedektelijk” in te kunnen voeren (2 Petrus 2:1). Neen, de Bijbel leert: in het zweet uws aanschijns zult gij leven bij alle woord dat door den mond Gods uitgaat, maar zoo iemand niet wil werken, hij zal ook niet eten. Dat is de wil van God.
Benaarstig u derhalve, om uzelven Gode beproefd voor te stellen. Er zijn lieden die eenen afschuw hebben van geleerdheid. In één opzicht hebben zij gelijk: gij behoort eenen afschuw te hebben van de wijsheid der goddeloozen, want ,,deze is de wijsheid niet, die van boven afkomt, maar is aardsch, natuurlijk, duivelsch.” (Jakobus 3:15). De Heilige Schriftuur waarschuwt in 1 Korinthe 3:19a: ,,Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God”. Maar dit betreft de wereldsche wijsheid, dit gaat over de geleerdheid van goddeloozen. Dit beteekent niet dat gij de geleerdheid die naar de Godzaligheid is moet verzaken! Want de apostel Paulus zegt in 1 Korinthe 2:6: ,,En wij spreken wijsheid onder de volmaakten; doch eene wijsheid, niet dezer wereld, noch der Oversten dezer wereld, die te niet worden; 7a Maar wij spreken de wijsheid Gods”. Het is belangrijk dat gij wijs zijt in Gods oogen. Voor God moet gij geleerd zijn. En geleerd wordt gij niet door scholing, niet door allerlei boeken, maar uitsluitend door het waarachtige Woord van God. Paulus schreef aan Timotheüs in 2 Timotheüs 3:15: ,,En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is.” Sommige wereldsche menschen verheerlijken ongeleerdheid, maar de Bijbel doet dat dus niet. Integendeel, de Bijbel waarschuwt ronduit voor ongeleerde en onvaste menschen. Petrus schreef in zijnen tweeden brief, hoofdstuk drie: ,,15 En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is”, dat is, niet de wereldsche wijsheid, maar de wijsheid die Paulus gegeven is door God, ,,ulieden geschreven heeft, 16 Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste [menschen] verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf.” Sommige dingen in Gods Woord zijn zwaar om te verstaan, sommige dingen zijn moeilijk om te begrijpen. De Bijbel is nu eenmaal een moeilijk boek omdat hij over moeilijke onderwerpen handelt. De Bijbel is geen kleuterboek, de Bijbel is het Woord van den Almachtige. ,,Lankmoedigheid” bijvoorbeeld is niet zoomaar een moeilijk woord, het achterliggende begrip is moeilijk. Het probleem is niet dat het Woord van God zwaar is om te verstaan, neen, het probleem is dat ongeleerde en onvaste menschen de Heilige Schrift verdraaien tot hun eigen verderf. En wat doen de nieuwe Bijbelvertalers? Zij zeggen zelven: de Bijbeltaal ,vereenvoudigen’. Maar is er sprake van vereenvoudiging, of is er veeleer sprake van ,verdraaiing’? Dit is wat er bij de nieuwe Bijbelvertalingen gebeurt: ongeleerde en onvaste menschen, die zich uitgeven voor wijzen (Romeinen 1:22), verdraaien den Bijbeltekst net zoo lang tot ongeleerde en onvaste menschen het kunnen begrijpen, en dát is geene oplossing. De werkelijke oplossing is niet om in ongeleerdheid te blijven hangen en den Statenbijbel te vloeken, maar om te leeren. Zooals over het kindeke Jezus geschreven staat in Lukas 2:40: ,,En het Kindeken wies op, en werd gesterkt in den geest, en vervuld met wijsheid”, zoo moet het door de genade Gods ook met ons gaan. En een iegelijk die God waarlijk liefheeft, wil zich graag die moeite getroosten om zijn Woord recht te kunnen verstaan. ,,Want de liefde van Christus dringt ons” (2 Korinthe 5:14).
Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten