Eén van de vorsten van Perzië, genaamd Haman, kreeg een gruwelijke hekel aan de Joden, omdat Mordechaï, de oudere neef en pleegvader van Esther, hem niet wilde eeren. Daarom beraamde hij een plan om alle Joden in Perzië (dat een uitgestrekt rijk was) te vermoorden. Hij wierp hiertoe het lot, om een dag uit te kiezen, waarop de Joden vermoord zouden worden.
Er staat in Esther 9:24: ,,Omdat Haman, de zoon van Hammedátha, den Agagiet, aller Joden vijand, tegen de Joden gedacht had hen om te brengen; en dat hij het Pur, dat is, het lot had geworpen, om hen te verslaan en om hen om te brengen.'' De heidenen dachten dat alles onderworpen was aan het noodlot. Dat zelfs het Goddelijke niet in staat was om invloed uit te oefenen op het noodlot. Het werpen van het Pur is dus een zinnebeeld van het noodlot, dat volgens de heidenen niet ontvloden kan worden. Haman dacht hiermee dus dat hij het lot van de joden bezegeld had.
Maar hij heeft buiten den waard gerekend. Want God almachtig heeft de Joden op wonderlijke wijze uit hun benarde positie gered. En dat kunt U lezen in het boek Esther.
Uit den Bijbel blijkt dus duidelijk dat God álles in handen heeft, óók het zogenaamde noodlot. Er staat in Spreuken 16:33: ,,Het lot wordt in den schoot geworpen, maar het geheele beleid daarvan is van den HEERE.'' God bepaalt dus álles. En Hij laat alles in de geschiedenis alzoo loopen zooals het Hem behaagd. En daarom is het een groote zonde om het lot te misbruiken voor waarzeggerij of om te gokken. Gelijk het geschreven is in Mattheüs 4:7: ,,Jezus zeide tot hem [dat is, den duivel]: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uwen God, niet verzoeken.''
Het boek Esther is het eenige boek in den Bijbel waarin het woordje ,,God'' niet voorkomt. En veel menschen hebben zich afgevraagd hoe dat kan. Hoe kan het, dat een Bijbelboek oogenschijnlijk God niet noemt? Maar in het heele boek Esther is de invloed van de Goddelijke Voorzienigheid duidelijk te merken. En daarom heeft God er eene bedoeling meê dat het woordje ,,God'' in Esther niet voorkomt, omdat Hij daarmeê wil aantoonen, dat God de Christenen óók beschermt waar Hij niet genoemd wordt.
Vele goddeloozen denken nooit aan God. En daarmeê denken zij ook dat ze maar met alles wegkomen. Dat God toch niet kijkt, dat God toch niet bestaat en dat ze rustig alle Godsdienstigen kwaad kunnen berokkenen. Neem bijvoorbeeld Ezechiël 8:12: ,,Toen zeide Hij [dat is, God] tot mij [dat is, den profeet Ezechiël]: Hebt gij gezien, menschenkind! wat de oudsten van het huis Israëls doen in de duisternis, een ieder in zijne gebeelde binnenkameren? want zij zeggen: De HEERE ziet ons niet, de HEERE heeft het land verlaten. 13 En Hij zeide tot mij: Gij zult nog wederom groote gruwelen zien, die zij doen.'' Deze goddeloozen dachten dus dat de gruwelen die zij deden toch niet gezien werden door God. ,Want God heeft ons verlaten', zeiden zij. Met andere woorden: ,er is geen God.' Maar God zag het niet alleen wat zij deden, Hij heeft het ook nog eens in den Bijbel opgeteekend wat zij deden. En God herinnert ál onze zonden. En als wij niet den Verlosser aannemen, onzen Heere Jezus Christus, die voor onze zonden is gestorven, dan zullen wij rekenschap moeten afleggen van onze zonden op den dag des oordeels.
De goddeloozen denken dus dat God niet ziet, zij denken zelfs dat Hij niet bestaat, maar neen, dat is niet zoo. Oogenschijnlijk wordt Hij niet genoemd, maar Hij is er wel. En Hij beschermt de zijnen, die in Hem gelooven. En dat leert het Bijbelboek Esther op prachtige wijze.
Kijk ook naar mijn andere filmpjes over het ware Evangelie van onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel, Johannes 11:35, genaamd is ,,Jezus Weende''.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten