Waar is de geboren Koning der Joden?
In de dagen van den
Romeinschen keizer Augustus, nu bijna twee duizend jaren geleden,
waren eenige mannen bezig met eene lange reis. Het waren niet zoomaar
mannen, neen, het waren, voorname, geleerde mannen uit een ver
Oostersch land. Het waren wijzen uit het Oosten. Na eenen langen
tocht door onmetelijke woestijnen kwamen ze uit bij eene zeer oude
stad, eene stad die door het heele Romeinsche Rijk bekend stond om
hare schoonheid. Machtige koningen hadden ooit over deze stad
geregeerd. Deze stad was Jeruzalem. De wijzen uit het Oosten hadden
groote schatten bij zich: goud, wierook en mirre. En niet voor niets,
want zij wilden hunne eer bewijzen aan eenen pasgeboren koning. De
bewoners van Jeruzalem zagen onmiddellijk dat de reizigers voorname
lieden waren, want zij werden gelijk toegelaten tot den koning
Herodes. Niet iedereen mag zoomaar op bezoek komen bij eenen koning!
Deze Oostersche wijzen vroegen aan den koning Herodes: ,,Waar is
de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijne
ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.”
(Mattheüs 2:2). Herodes wist niet wat hem overkwam. Wijze
mannen uit het Oosten vroegen aan Herodes, die zelf koning was, waar
de geboren Koning der Joden was. Maar Herodes wist van niets. Deze
wreedaardige koning, die er zelfs niet voor terugdeinsde om alle
jonge kinderkens in Bethlehem uit te moorden in eene poging zich te
ontdoen van eenen toekomstigen Koning der Joden, deze koning Herodes
onderscheidde de teekenen der tijden niet en was niet op de hoogte
van den belangrijken tijd waarin hij leefde. Hij had geen flauw benul
dat de Zaligmaker der wereld geboren was, de lang beloofde Messias.
Verschrikt door de komst dezer Oostersche wijzen liet Herodes de
wijzen van Jeruzalem bijeenroepen. Deze wijzen waren kenners van den
Bijbel, zij waren de Schriftgeleerden. Herodes vroeg hun waar de
Christus geboren zoude worden. Het bleek dat er reeds zeven eeuwen
eerder een profeet geleefd had, die gezegd had dat de Zaligmaker in
Bethlehem geboren zoude worden. De Schriftgeleerden lazen den koning
Herodes de betreffende Schriftplaats uit het Oude Testament voor, te
weten Micha 5:1. (Trouwens, als zij dit wisten, waarom gingen
de Schriftgeleerden dan niet zelven op zoek naar den pasgeboren
Zaligmaker? Hoe kan het toch altijd, dat zulke lieden die zich
uitgeven voor wijzen weliswaar den Bijbel kennen met hun verstand,
maar dat het Woord van God in het geheel niet doordringt tot hun
hart? Zooals het geschreven is in 1 Korinthe 1:20: ,,Waar
is de wijze? Waar is de Schriftgeleerde?
Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de
wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?”) Toen Herodes deze
profetie uit Micha 5:1 hoorde zond hij de wijzen uit het
Oosten naar Bethlehem. Maar het was niet Herodes die de wijzen op den
goeden weg stuurde, God zelf leidde hen op den rechten weg naar den
Zaligmaker. Zooals God de kinderen van Israël bijna vijftien eeuwen
eerder na hunnen uittocht uit Egypte door eene vuurkolom naar het
beloofde land had geleid, zoo leidde God nu de wijzen door eene
lichtende ster naar den Christus. De helderste ster aan den hemel, de
morgenster, is namelijk een Bijbelsch zinnebeeld of symbool van het
licht der wereld, onze Heere Jezus. Dit kunt gij lezen in de
Openbaring van Johannes 22:16. En de ster die de wijzen leidde
bleef stilstaan boven de plaats waar het pasgeboren kindeke Jezus
was. Eindelijk hadden de wijzen het eindpunt van hunne lange,
vermoeiende reis bereikt. Wat zullen zij zich verheugd hebben op het
aanschouwen van den Koning der Joden! Maar toen de wijzen uit het
Oosten het huis binnengingen, gebeurde er iets opmerkelijks. Er staat
in Mattheüs 2:11a: ,,En in het huis gekomen zijnde,
vonden zij het Kindeken met Maria, Zijne moeder; en
nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden”. Let goed op deze
woorden. Zij hebben het Kind – aanbeden! Er staat niet dat de
wijzen het kindeke eerden als een toekomstig groot koning, neen, er
staat dat de wijzen het kindeke Jezus aanbaden, aanbaden dus als
eenen God! Maar waarom? Waarom aanbaden deze wijzen een pasgeboren
kind als eenen God?
God met ons
Jezus was geen
gewoon kind. Wíj zijn allen nakomelingen van den eersten man, Adam,
maar Jezus is dat niet. Jezus is weliswaar de zoon van eene vrouw,
maar hij had geenen aardschen vader. De vrouw uit wie Jezus geboren
was, was eene reine maagd, die geenen man bekend had, genaamd Maria.
Dit kunt gij lezen in Lukas 1:34. Maria werd niet zwanger door
eenen man, maar door den Heiligen Geest Gods. Er is namelijk
geschreven: ,,De geboorte van Jezus Christus was nu aldus: Want
als Maria, Zijne moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer zij
samengekomen waren, werd zij zwanger bevonden uit den Heiligen
Geest.” (Mattheüs 1:18). Maria was zwanger bevonden,
niet uit haren verloofde Jozef, maar uit den Heiligen Geest. Dat
beteekent niets minder dan dat Jezus niet alleen de zoon van zijne
moeder Maria is, maar ook de Zoon van God is! Jezus heeft dus eene
menschelijke natuur, naar zijne moeder Maria, maar ook eene
goddelijke natuur, naar den Heiligen Geest Gods. Daarom staat er in
Mattheüs 1:22: ,,En dit alles is geschied, opdat vervuld
zou worden, hetgeen van den Heere gesproken is, door den profeet,
zeggende: 23 Ziet, de maagd zal zwanger worden,
en eenen Zoon baren, en gij zult Zijnen naam heeten Emmanuël;
hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.” God... met...
ons...! Het kindeke Jezus zoude worden genaamd ,,God met ons”.
Waarom? Waarom heet het kindeke Jezus ,,God met ons”? In Jezus is
God met ons. Waarom? Zou het kunnen dat God in Jezus mensch is
geworden, zoodat God op de meest innige wijze mét ons kan zijn,
namelijk door in onze menschelijke natuur te deelen? Beteekent dit,
dat Jezus God is? Wat zegt de Bijbel?
Reeds in het Oude
Testament staat het antwoord. Bijna acht eeuwen voor de geboorte van
het kindeke Jezus leefde er een groot profeet, genaamd Jesaja. Deze
profeet heeft heel veel geschreven over den komenden Messias, zooveel
en zoo nauwkeurig dat Jesaja soms geschreven lijkt te zijn nadat
Jezus geboren was. Het boek Jesaja lijkt soms onderdeel te zijn van
het Nieuwe Testament, als een vijfde evangelie. Maar dat is het niet.
Het boek Jesaja is bijna duizend jaren vóór het Nieuwe Testament
opgesteld. En toch heeft Jesaja zoovele bijzonderheden over het leven
van Jezus voorzegd. Het is een wonder. En wat zei Jesaja over het
kindeke Jezus, bijna duizend jaren voor zijne geboorte? Dat kunt gij
lezen in Jesaja 9:5. Daar
staat: ,,Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons
gegeven, en de heerschappij is op Zijnen schouder; en men noemt
Zijnen naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid,
Vredevorst; 6 Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen
einde zijn op den troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te
bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van
nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des HEEREN der heirscharen zal
zulks doen.” Jesaja voorzegde dus dat er een kind geboren zoude
worden, een uiterst belangrijk koning, en hoe noemt men zijnen naam?
Wat staat er? ,,Sterke God”! Hoe noemt men het kindeke? ,,Vader der
eeuwigheid”! Het kindeke Jezus, geboren uit den maagd Maria door
den Heiligen Geest, was dus niemand minder dan… God Almachtig zelf!
God is geopenbaard in het vleesch
We weten nu dat
Jezus inderdaad God Almachtig is, maar we hebben ook gezien dat Jezus
geboren is uit de maagd Maria. Hoe kan dit? Wat is Jezus eigenlijk?
Is hij nu God, of is hij een mensch? Welnu, de Bijbel is hier heel
duidelijk over. Onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus is volledig
God… én volledig mensch. Twee duizend jaren geleden werd God
geboren als mensch. Niet dat God toen ontstond, want God heeft geen
ontstaan: Hij is altijd geweest. Zooals Mozes zeide in Psalm 90:2:
,,Eer de bergen geboren waren, en Gij de aarde en de wereld
voortgebracht hadt, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God.”
God heeft altijd bestaan, maar twee duizend jaren geleden werd Hij
mensch. Hoe kan dit? God weet het, maar dit is voor de menschen
verborgen, wij kunnen dat niet begrijpen. Daarom staat er in 1
Timotheüs 3:16a: ,,En buiten allen twijfel, de
verborgenheid der Godzaligheid is groot; God is geopenbaard in het
vleesch”. God is geopenbaard in het vleesch! In Johannes
4:24a staat: ,,God is een Geest”, maar wij zijn
van vleesch. In Jezus is God, die een Geest is, óók vleesch
geworden. God is in Jezus mensch geworden. In Kolossensen 2:9
staat daarom:
,,Want in Hem [dat is, in Jezus] woont al de volheid
der Godheid lichamelijk.” Jezus is volledig mensch én volledig
God. In Jezus is het Woord van God vleesch geworden. Er is namelijk
geschreven in Johannes 1:1: ,,In den beginne was het Woord,
en het Woord was bij God, en het Woord was God.” Vers veertien
vult aan: ,,En het Woord is vleesch geworden, en heeft onder ons
gewoond (en wij hebben Zijne heerlijkheid aanschouwd, eene
heerlijkheid als des Eeniggeborenen van den Vader), vol van genade en
waarheid.” Het Woord van God heeft onder ons gewoond, als één
van de onzen!
Waarom hebben de
wijzen uit het Oosten derhalve zóóveel moeite gedaan, zulk eene
lange, moeizame reis ondernomen, om een kindeke te bezoeken? Omdat
het kindeke Jezus niemand minder dan God Almachtig is. Dáárom
aanbaden de wijzen uit het Oosten het kindeke Jezus, zij aanbaden God
Almachtig die mensch geworden was. Dáárom stond er in Mattheüs
1:23 dat de naam van het
kindeke in het Hebreeuwsch
geheeten zoude worden ,,Emmanuël:
hetwelk is, overgezet zijnde, God met ons.”
Want in Jezus is God met
ons, letterlijk met ons, God
als mensch met
ons.
Kijk ook naar mijn’ andere filmpjes over het ware evangelie van
onzen Heere en Zaligmaker Jezus Christus. En vergeet niet te
abonneeren op mijn kanaal, dat naar het kortste vers uit den Bijbel,
Johannes 11:35, genaamd is: ,,Jezus Weende’’.